'Het creëren in je eigen taal draagt bij aan wie je bent'

06 juni 2025

Al meer dan 25 jaar organiseert Arte di Palabra (Papiaments voor woordkunst) literaire activiteiten en talentontwikkelingsprogramma’s voor jongeren op Curaçao, Aruba en Bonaire. Hoogtepunt is de jaarlijkse literaire verhalenwedstrijd op de eilanden, waar jongeren in het Papiaments teksten voordragen. Arte di Palabra op Curaçao ontving steun van het Letterenfonds via de regeling Literatuur Caribe. We spraken oprichter Ange Jessurun en projectleider Samuel Rosinda over deze bijzondere organisatie. ‘Als je leerlingen stimuleert, komt er vaak iets heel moois uit.’

Deelnemers Arte di Palabra met rechts Ange Jessurun

Kunnen jullie allereerst vertellen hoe Arte di Palabra 25 jaar geleden is ontstaan?

Ange: ‘In 2000 werd het vak Papiaments op Curaçao voor het eerst aangeboden in het Voortgezet Onderwijs. Om dit te vieren, riep een docent op zijn school een Papiamentstalige korte verhalenwedstrijd in het leven voor al zijn leerlingen. Een paar van deze verhalen werden uiteindelijk voorgelezen op de radio. Dit roerde mij tot tranen toe, juist omdat ze in mijn moedertaal verteld werden.

Vroeger mocht ik op school geen Papiaments praten. Het was dus echt een mijlpaal dat het Papiaments erkend werd als officiële taal en op scholen werd aangeboden. Zelf was ik toen werkzaam als docent en had ik een bijeenkomst met allerlei leraren die Papiaments gaven. Ik heb toen voorgesteld om een soortgelijke Papiamentstalige verhalenwedstrijd op te zetten. Dit werd uiteindelijk Arte di Palabra.

We hebben alle scholen van het voortgezet onderwijs, en klas 1 en 2 van de basisvorming uitgenodigd. Ik denk dat er een stuk of veertig a vijftig leerlingen deelnamen. In de loop der jaren zijn we gegroeid, en kwam er ook steeds meer aandacht voor ons project. Ook zijn we uitgebreid naar de andere eilanden: in 2005 startte Bonaire met een eigen wedstrijd, en in 2008 Aruba. We onderstrepen altijd dat winnen niet het doel is. Het gaat ook om het oefenen, het uiten in je moedertaal, en op een podium durven staan. Veel leerlingen weten niet dat ze talent hebben. Pas wanneer je ze een beetje stimuleert, komt er vaak iets heel moois uit.’

Op wat voor manier kunnen leerlingen aan deze wedstrijd meedoen?

Ange: ‘Leerlingen kunnen ervoor kiezen om zelf een verhaal, gedicht of haiku te schrijven, en dat voor te dragen. Daarnaast hebben we de categorie bestaande gedichten en verhalen, waar het puur gaat om de voordracht. Uit al deze inzendingen maakt een jury een selectie. De beste teksten en voordrachten krijgen een plekje in de finale. De haikuwedstrijd is overigens gewijd aan de volksartiest Elis Juliana, die zestig jaar geleden de haiku op Curaçao introduceerde. In deze categorie kunnen naast leerlingen uit het Voortgezet Onderwijs ook (jong) volwassenen deelnemen.’

Samuel: ‘Vijf jaar geleden hebben we ook de categorie rap in het leven geroepen. Het is de bedoeling dat leerlingen zelf hun teksten schrijven, en de beat maken en dat dan presenteren. We zorgen ervoor dat er ook rappers in de jury zitten. Voor de leerlingen die meedoen is het natuurlijk geweldig dat ze hun idolen kunnen ontmoeten.’

Hoe verloopt een wedstrijddag?

Samuel: ‘De wedstrijd zelf vindt ieder jaar plaats in een grote kerk op Curaçao. Alle scholen komen met blaas- en fluit instrumenten en soms zelfs brass bands om de leerlingen aan te moedigen. De scholen die de leerlingen het beste aanmoedigen vallen namelijk ook in de prijzen. Op zo’n dag komen vaak wel drie- a vierhonderd leerlingen en toeschouwers af.’

Ange: ‘Uiteindelijk reiken we een eerste, tweede en derde prijs uit voor de zes verschillende categorieën. Ook krijgen alle deelnemers aan het einde van de dag een certificaat en een leesboek in het Papiaments. De scholen die de aanmoedigingsprijs hebben gewonnen, ontvangen boeken voor hun bibliotheek. Zo gaat iedereen blij naar huis. Als de leerlingen blij zijn, dan zijn wij dat ook.’

Behalve de jaarlijkse wedstrijd organiseren jullie nog meer activiteiten, kunnen jullie hier meer over vertellen?

Samuel: ‘De originele verhalen van de leerlingen die worden voorgedragen, bundelen we om de vijf jaar in de Pòtpurí Arte di Palabra, een literaire bundel met gedichten, verhalen rap en haiku. Deze bundels delen we uit op scholen, zodat toekomstige deelnemers hier inspiratie uit kunnen opdoen. Uit de praktijk blijkt dat dit ze stimuleert om zelf te gaan schrijven. Sinds kort werken we ook samen met Wintertuin, en hopen we zo leerlingen enthousiast te maken om in hun moedertaal een boek te gaan schrijven.

Ange: ‘Arte di Palabra heeft eigenlijk jeugdliteratuur, geschreven door jongeren, geïntroduceerd op de eilanden. Zo was er bijvoorbeeld een leerlinge die een gedicht schreef over een tienerzwangerschap. Dit gedicht is vaak gedeeld, want het spreekt jongeren natuurlijk meer aan als een tekst door een leeftijdsgenoot geschreven is.’

Op welke manier heeft de steun van het Letterenfonds Arte di Palabra verder geholpen?

Ange: ‘In het verleden moesten we eigenlijk jaarlijks de eindjes aan elkaar knopen. Dankzij de subsidie is ons project toekomstbestendig geworden. Zo is er gewerkt aan een nieuwe website, en kunnen we de vrijwilligers eindelijk een vergoeding bieden en in het zonnetje zetten. Daarnaast hebben we 250 extra exemplaren van de Pòtpurí Arte di Palabra kunnen drukken, waardoor de verhalen van de leerlingen nog verder verspreid konden worden onder de scholen.’

Levert het meedoen aan Arte di Palabra voor de deelnemers op de lange termijn ook iets op?

Ange: ‘Er zijn verschillende ex-deelnemers die na hun deelname romans en dichtbundels gepubliceerd hebben. En er is de jonge filmmaker Sendion Balentin, die eerder Arte di Palabra op Bonaire won. Inmiddels heeft hij twee films geregisseerd en geschreven: Mohada en Mamadu. De laatstgenoemde film zal binnenkort in het Papiaments op Netflix verschijnen, met Engelse ondertiteling. In interviews zegt Sendion nog altijd dat hij bij Arte di Palabra is begonnen. Het maakt ons heel dankbaar dat hij ons noemt. Daarnaast helpt Arte di Palabra jongeren simpelweg om te creëren in hun eigen taal. Het draagt bij de aan de vorming van je identiteit, en maakt dat je trots bent op wie je bent.’

Samuel: ‘Het is mooi dat Aruba, Bonaire en Curaçao samen optrekken in dit project. Er wordt maar op drie eilanden in de wereld Papiaments gesproken. Politiek gezien zijn we verschillend, maar de taal verbindt ons. Als de jongeren van de ABC-eilanden samen op het podium staan, is er geen verschil. Na afloop houden ze vaak contact met elkaar.’

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?

Samuel: ‘We willen graag groeien, en hopen dat Arte di Palabra opgenomen wordt in het curriculum.’

Ange: ‘Ook is er de wens om ooit een tv-programma te maken, waarin we jongeren aan het woord laten die in het verleden hebben meegedaan. Dat ze vertellen wie ze gestimuleerd heeft, en hoe ze bij hun voordracht gekomen zijn. Dit trekt hopelijk nog meer leerlingen over de streep om deel te nemen. Dankzij Literatuur Caribe is er een toekomst voor Arte di Palabra.’


Arte di Palabra ontving subsidie via de regeling Literatuur Caribe. Vanaf 18 augustus 2025 is het weer mogelijk om voor deze regeling een aanvraag in te dienen.