Marcellus Emants
Een nagelaten bekentenis
Een literaire klassieker over een slappeling die zich verantwoordt voor de moord op zijn vrouw
Marcellus Emants was de grootste voorvechter van naturalisme à la Emile Zola in Nederland. In zijn spannende ‘whydunnit’ Een nagelaten bekentenis (1894) schetste hij zijn hoofdpersoon als een speelbal van afkomst en omstandigheden en maakte hij duidelijk dat de vrije wil een illusie is.
“Emants’ boek bezit een sombere ongenaakbare grootheid,” schreef een criticus over Een nagelaten bekentenis; “- een menhir uit de oertijd: kaal en raadselachtig van eenzaamheid, maar imposant.”
De biecht van Willem Termeer – beginnend met de beroemde zin ‘Mijn vrouw is dood en al begraven’ – is inderdaad geen vrolijke kost; wat niet wegneemt dat je zijn uit korte alinea’s opgebouwde verhaal ademloos leest. Na een woordenwisseling heeft Termeer zijn vrouw Anna een paar lepels te veel slaapdrank gegeven, en om de lezer zijn daad te verklaren vertelt hij over zijn treurige leven.
Als zoon van een schuinsmarcheerder en een luie moeder was Termeer voorbestemd tot een leven van rücksichtlose genotzucht, waaraan hij tevergeefs hoopte te ontsnappen door een huwelijk. Toen Anna zich van hem afkeerde en hijzelf een verhouding kreeg met de veeleisende Carolien, leek moord een logische oplossing. Maar nu de daad gedaan is, durft hij niet meer bij zijn maîtresse aan te kloppen. Het geweten is toch sterker dan hijzelf; en van zijn lafheid en zijn inertie zal hij nooit afraken.
Het mooie van Een nagelaten bekentenis is dat Termeer ondanks al zijn slechte eigenschappen toch respect afdwingt. Niet omdat hij de perfecte misdaad pleegt, maar omdat hij zijn eigen slechtheid zo goed analyseert en tegelijkertijd de huichelachtigheid van de zogenaamd fatsoenlijke wereld aan de kaak stelt. Of, zoals Termeer het formuleert: ‘Geachte, geëerde, fatsoenlijke, edeldenkende lezer, als je uit vrije wil zo uitmuntend meent geworden te zijn, waarom ben je dan niet nog beter?’