J. Slauerhoff
De poëzie van J. Slauerhoff
Een romantische dichter in een moderne tijd
J. Slauerhoff is een van de grootste Nederlandse dichters van de twintigste eeuw. De unieke plaats die hij inneemt in de Nederlandse letterkunde heeft hij te danken aan een volstrekt persoonlijke thematiek die hij vormgaf in een al even persoonlijke poëzie. Verlangen naar een gepassioneerde liefde voor een vrouw, de tragiek van de eenzaamheid, het verlangen naar elders en het verleden, de zucht naar de zee, de ontgoocheling over het huidige bestaan, het besef van ontbinding, al deze thema’s bestempelen hem tot een verlate romantische dichter.
Anderzijds maken de rauwheid en de verbittering van zijn toon, alsook de gespletenheid van zijn persoonlijkheid hem juist tot een exponent van zijn tijd. Met de vermomming in telkens andere personages, historisch of verzonnen, schaart Slauerhoff zich in de modernistische traditie van Yeats, Pound, Eliot en Pessoa.
Geboren en getogen in de Friese hoofdstad Leeuwarden, studeerde hij na de middelbare school medicijnen in Amsterdam. Hij debuteerde in 1923 met de bundel Archipel (‘Archipelago’), waarin al bijna alle elementen uit zijn latere werk aanwezig zijn. Na zijn studie werd hij scheepsarts op Nederlandse boten die in Oost-Azië voeren. Zijn zwakke gestel was steeds de oorzaak van afgebroken werkcontracten. Op die manier leed hij een zwervend bestaan. ‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, / Nooit vond ik ergens anders onderdak’ luiden de eerste regels van een van zijn bekendste gedichten (‘Woninglooze’), die programmatisch beschouwd kunnen worden voor zijn leven en werk.
Want ook zijn werk vertoont een onrust, die hij niet alleen inhoudelijk verbeeldde, maar ook gestalte gaf in de vorm van zijn poëzie. Zijn verzen zijn vaak ‘onaf’. Anders dan de meeste van zijn leeftijdgenoten hield Slauerhoff vast aan de klassieke versvormen, maar zijn versbouw is vaak grillig en een opzettelijk cynisme of een groteske beeldspraak dragen bij aan het rauwe karakter van zijn poëzie, waarin de kwetsbare gevoeligheid door de dunne huid van het vers heen schemert.
Slauerhoff, die wel de enige poète maudit uit de Nederlandse literatuur wordt genoemd, genoot invloed van Franse dichters (Rimbaud, Verlaine, Corbière), Rilke en enkele Chinese dichters (Bai Juyi, Li Po), wier werk hij vertaalde.