Leon de Winter
Het recht op terugkeer
Slim, mooi en een boze droom
Met Het recht op terugkeer schreef Leon de Winter een gewaagde roman, waarin hij zich sterker dan ooit een onheilsprofeet betoont. In deze sciencefictionroman, zich grotendeels afspelend in 2024 en 2025, schetst hij een doemscenario voor de toekomst van Israël, dat ingekrompen en belegerd in feite onleefbaar is geworden.
Bram Mannheim leidt in Tel Aviv een bureautje dat ouders helpt hun verdwenen kinderen op te sporen. Zijn eigen zoontje verdween zestien jaar eerder. In zijn vrije tijd werkt hij als vrijwilliger bij de ambulancedienst. Na een bloedige aanslag op een grenspost doet Bram een ontdekking die hem op het spoor brengt van een sinister complot, waarbij mogelijk ook zijn zoon betrokken is.
‘Lotsverbondenheid,’ laat de Winter zijn hoofdpersonage verzuchten, ‘dat deelde hij met hen (zijn studenten, zijn collega’s, zijn vader) en met de grote abstractie die dit land was. Hij kon er zich niet van bevrijden, ook al wilde hij dat.’ De Winter is een schrijver met een missie. Kan hij de wereld niet meer redden met zijn columns en zijn opiniestukken, dan toch zeker wel met zijn romans. Hij laat er in Het recht op terugkeer geen twijfel over bestaan dat als de joden de Palestijnen niet zullen uitroeien, het omgekeerde zal gebeuren. Dat sowieso de moslims het zullen overnemen, waar ook ter wereld. De angst voor moslims legt hij niet in de mond van zijn protagonist Bram Mannheim, maar in die van zijn vader, zijn collega’s en zijn werkgever, waardoor het lijkt alsof er nog enige opening is.
Schrijvers met een al te dringende boodschap kunnen meestal niet schrijven. De Winter is wat dat betreft een apart geval. Met Het recht op terugkeer zet hij voort waarmee hij in zijn voorlaatste roman God’s Gym (2002) al grote hoogte bereikte: een soort uitgebeende literatuur, ver verwijderd van de Nederlandse literaire traditie, reikend naar de Amerikaanse ‘hardboiled’ thriller. Het is een genre dat minder ruimte laat voor ambiguïteit en raadsels, en in plaats daarvan onontkoombaar afstevent op een verschrikkelijke ontknoping. Knap. Mooi. Beklemmend. Je wilt het allemaal lezen, en wel onmiddellijk, om doordrongen te raken van een bitter getoonzet wereldbeeld: waar de sjoel verdwijnt, verrijst de moskee.