Thomas Rosenboom
De nieuwe man
De duizelingwekkende neerdaling van een schipbouwer
Thomas Rosenboom is de meester van de neerdaling. In zijn werk voert hij zijn personages met vaste hand, maar in subtiele, ironische stijl onvermijdelijk naar de ondergang. Raakten in Publieke werken, zijn vorige roman, die evenals de roman daarvóór, Gewassen vlees, werd bekroond met de Libris Literatuurprijs, de apotheker Anijs en de Amsterdamse vioolbouwer Walter Vedder langzaam maar zeker in de ban van waangedachten, in De nieuwe man houden de directeur van een scheepswerf en zijn meesterknecht elkaar in een wurggreep.
Berend Bepol is in de jaren tien en twintig van de twintigste eeuw de directeur van een klein werfje aan het Damsterdiep in het Noordelijkste puntje van Nederland, vlak bij de grens met Duitsland. Bepol heeft twee brandende wensen: hij wil voor zijn dochter een huwelijk en voor zijn bedrijf een opvolger en weet die wensen in één beweging te arrangeren door zijn meesterknecht Niesten te vragen met zijn dochter te trouwen en vennoot te worden in de zaak. Als Niesten na enige aarzeling heeft toegestemd, lijken Bepols problemen voorbij, maar in feite zijn die dan pas begonnen. Bepol doorgrondt niet wat zijn werkelijke streven is, langzamerhand besef je dat hij zelf nader tot zijn meesterknecht wil komen.
Dat gedoemde streven krijgt iets potsierlijks. Bepol laat een huis bouwen voor zijn dochter en haar nieuwe man, recht tegenover het zijne, op het terrein van de werf. Vervolgens cirkelt hij ongepast om het huis, gluurt naar binnen. ’s Avonds laat wordt hij een keer door Niesten aan de achterdeur aangetroffen, en als hij als een kleine jongen op het zadel van de motor van zijn aanstaande schoonzoon gaat zitten, wordt hij door zijn vrouw betrapt. Die opdringerigheid, waarmee Bepol Niesten nader en nader wil komen, zorgt er natuurlijk voor dat de afstand groter en groter wordt.
Ook Bepols pogingen om in tijden van economische malaise als succesvol zakenman indruk te maken op Niesten als succesvol zakenman, zijn tevergeefs. Als blijkt dat Niesten op eigen houtje een grote opdracht voor de werf heeft binnengesleept, kan Bepol zijn trots niet inslikken en weigert hij de helling van de werf vrij te maken. Niesten laat het daar niet bij zitten en begint een geweldige sleepboot te bouwen naast de werf. Midden in het weiland. Als Niesten daarna, op aanraden van Bepol, ook nog de order voor het inbouwen van de motor binnensleept, blijkt het schip te zwaar te zijn geworden om in het water te worden getrokken. Voor eeuwig blijft het schip vastzitten in de Noord Nederlandse klei.
Deze tragische plot, die Rosenboom met zichtbaar genoegen en groot gevoel voor sprekende details en scherpe scènes heeft voorbereid, stuwt De nieuwe man voort. De schitterende mislukking van de onderneming, en de even hilarische als tragische ontwikkeling in de verhouding tussen meester en knecht, tussen twee mannen die meedogenloos aan elkaar zijn overgeleverd en samen ten ondergaan, kluisteren je tot de laatste regel aan deze roman.