Boek

Marcel

Een zeer goed debuut over de misterieuze dood van een jonge man

Erwin Mortier getuigt in zijn debuut Marcel van een uitzonderlijk schrijftalent. Zijn eerste roman, waarin de geschiedenis van een familie in een Vlaams plattelandsdorpje wordt verteld, bevat nauwelijks zwakke momenten, die debuten vaak kenmerkt. Mortiers stijl is al meteen ‘af’. Toch hebben we hier niet te maken met een produkt van gladde mooischrijverij. Integendeel, Erwin Mortier vertelt in Marcel een levendig verhaal, doorspekt met talloze mooie metaforen en treffende, authentiek Vlaamse uitdrukkingen. Vanaf de allereerste zin weet hij een even tastbare als geheimzinnige sfeer op te roepen: ‘Het huis leek op alle andere in de straat: ietwat scheef gezakt na twee eeuwen bewoning, stormwind en oorlog. (…) De meeste kamers huisvestten een voorgeborchte van duisternis, koel in de zomer, ’s winters kil. Elders sloegen de stenen de lucht op van generaties middagmaal, zoals in de keuken, waar het vet aan de zoldering hing. De kelder bewaarde, de zolder vergat.’

In dit huis, dat gebogen gaat onder de last van de geschiedenis, woont een jongetje van een jaar of tien - de verteller van de roman - met zijn grootmoeder. Met de grootmoeder, zoals consequent wordt geschreven. Zij is zonder twijfel het meest karaktervolle personage in het boek. De grootmoeder, ‘de averechtse baker van haar ras’, waakt als een havik over het familieverleden. In een glazen kast in de woonkamer staan foto’s van al haar gestorven geliefden in het gelid. ‘Het huis was een tijdelijke uitbreiding van de hemel wegens plaatsgebrek.’

Tussen al deze foto’s staat ook de beeltenis van de jonggestorven Marcel, ooit de oogappel van de familie. De omstandigheden van Marcels dood zijn voor het jongetje - en dus voor de lezer - een mysterie. Wat is er gebeurd? Beetje bij beetje komt het jongetje achter de ware toedracht. Aanvankelijk begrijpt hij de toespelingen op het ‘zwarte’ verleden van Marcel niet en tast hij in het duister. Maar nadat hij brieven van Marcel op zolder heeft gevonden en er een vol trots heeft laat zien aan zijn Juf op school, komt uit wat al een tijd versluierd aanwezig is geweest.

Voor de klas laat het jongetje de brief van Marcel zien. Er staat een adelaar op. ‘“Hij draagt iets in zijn poten,” zei ik, “ge ziet ’t niet? Het lijkt op een wekker, met vier wijzers en ze zien er gebroken uit. (…) Misschien is het een spin, juffrouw, een dikke spin.” Juffrouw Veegaete legde de omslag op haar bureau. “Het is geen spin, jongen.” Ze sloeg de ogen neer, en dan, opvallend stil: “Het is een swastika.”’ Marcel is gestorven aan het oostfront, als stoere SS-soldaat. Niet uit bewondering voor Hitler, ‘de Snor’, maar voor Vlaanderen. Marcel was ‘fout’. Dat heeft zijn familie, die hem altijd is blijven steunen, in het dorp een zeer slechte naam bezorgd.

De ontknoping is hevig voelbaar, maar verklaart de kracht van Marcel slechts ten dele. De essentie van de roman blijft het voorzichtige tasten naar de waarheid. Het jongetje probeert de trotse, stugge houding van de grootmoeder te doorgronden en dichterbij de juf te komen, op wie hij heimelijk verliefd is. Maar bovenal wil hij begrijpen wat Marcel is overkomen - met alle misvattingen van dien. Die tedere ontrafeling van het schaamtevolle familieverleden heeft Erwin Mortier buitengewoon gevoelig en evocatief weergegeve

Vertalingen

Details

Marcel (1999). Fictie, 142 pagina's.
Oplage: 17.000

Uitgeverij

De Bezige Bij

Van Miereveldstraat 1
NL - 1071 DW Amsterdam
Netherlands
Tel: +31 20 305 98 10
Fax: +31 20 305 98 24

E-mail:
[email protected]
Website:
http://www.debezigebij.nl

lees meer