Sinds zijn debuut wordt Marcel Möring (b. 1957) tot de belangrijkste hedendaagse schrijvers gerekend. Met zijn eerste roman Mendels erfenis (1990) won hij de Geertjan Lubberhuizen prijs van het beste debuut van het jaar. Zijn tweede boek, Het grote verlangen, werd met de AKO literatuurprijs beloond. Voor zijn roman In Babylon ontving hij de Gouden Uil, de belangrijkste literaire prijs van Vlaanderen. Zijn werk is in verschillende talen vertaald.
(De Bezige Bij, 1992)
Marcel Möring’s opinions on political and social developments are frequently sought. Both inside and outside his literary work he displays an aversion to permissive, ironic literature. An engaging writer, he enjoys tackling real and serious matters while maintaining his sense of humour at all times.
(De Bezige Bij, 1997, 474 pagina's)
‘I try to take a new step in my development with each book,’ stated the author on the appearance of this novel. ‘Not only the subject, but also the style is completely different in each of my three novels. Mendels erfenis is written poetically. Het grote verlangen is an urban novel, like a road movie. In Babylon is epic, with a classical narrative tone, alternating with light passages.’ Different as the tone may be, there are constants in Möring’s work.
(De Bezige Bij, 2006, 508 pagina's)
In mei 1945, vlak na de nazi-zondvloed, kruipt Jakob Noach ”als een mol” uit zijn onderduikhol op de hei in Noord-Oost Nederland. Hij is dan wel aan de Duitsers ontsnapt, toch heeft hij een nauwelijks te verwerken verlies geleden: zijn ouders en broer. Zijn grenzeloze woede om de antisemitische moordzucht en Hollandse collaboratie zet hij om in een tomeloze maatschappelijke energie: hij zorgt ervoor dat hij in het naoorlogse Nederland in de provinciestad Assen een maatschappelijk succes wordt: van kleine schoenmaker tot steenrijke jood die succevol handelt in onroerend goed.
