Kees van Beijnum
Kees van Beijnum (b. 1954) debuteerde in 1991 met de true crime-roman Over het IJ. Met de gestage romanproductie die hierna volgde, met als hoogtepunten het autobiografische Dichter op de Zeedijk (1996) en het verliefde De oesters van Nam Kee (2000), groeide Van Beijnum uit tot een van de beste literaire vertellers van het Nederlands taalgebied. Van Beijnum, die eveneens filmscenario’s schrijft, heeft een scherp oog voor de wetten van het goede verhaal. Hij speelt geen intellectueel spel met zijn personages, maar voorziet ze van een warm kloppend hart en zintuigen die op scherp staan. Ondanks de ontnuchterende waarheden die zijn romans bevatten, zoals met name ook De vrouw die alles had (2002), een moeder-zoondrama, en Het verboden pad (2004), over de krochten van het welzijnswerk, laat zijn werk zich lezen alsof je naar een louterende film kijkt. ‘Je moet van je personages houden, maar je moet ze ook naar de rand van de afgrond voeren,’ zei Van Beijnum in een interview. ‘Daar zit toch het echte drama, de waarheid en de pijn.’