Jeroen Brouwers
Jeroen Brouwers (b. 1940) maakte zijn debuut met de verhalenbundel Het mes op de keel. In 1973 brak hij door voor het grote publieke met de novelle Zonder trommels en trompetten waarin hij een thematisch web weeft van dood, liefde, verlies en het verleden. Thema’s die ook terugkomen in werk zoals Zonsopgangen boven zee (1977) dat goed werd ontvangen door de pers. Brouwers’ werk heeft sterke autobiografische trekjes, zoals in de polemische roman Het verzonkene (1979, winnaar van de Multatuli Prijs) en in Bezonken rood (1981). De roman Geheime kamers (2000) werd onverwacht een groot succes: het werd unaniem geloofd en bekroond met verschillende prijzen. In 2007 ontving Brouwers de Prijs der Letteren voor zijn complete oeuvre.