nieuws

P.C. Hooftprijs naar Anneke Brassinga

16 december 2014

De P.C. Hooftprijs, een van de belangrijkste bekroningen voor literatuur in Nederland, gaat naar dichteres Anneke Brassinga (1948), wier oeuvre met ondersteuning van het Nederlands Letterenfonds tot stand is gekomen. Ook werd haar poëzie vertaald in tien talen vertaald waaronder het Duits, Frans en Litouws. De P.C. Hooftprijs wordt jaarlijks toegekend; afwisselend voor proza, essays en poëzie. Brassinga ontvangt de prijs op donderdag 21 mei 2015.

De jury van de P.C. Hooftprijs, die dit jaar bestond uit Wim Brands, Anja de Feijter, Rozalie Hirs, Erik Lindner en Maaike Meijer, prees Brassinga’s ‘geestverruimend heelal van taal’:

‘In elk gedicht openen zich onvermoede vergezichten van zeggingskracht. De taal wordt omgekeerd, uitgekleed en weer opnieuw uitgedost totdat alle registers die er ooit in voorgekomen zijn weer meedoen.’

De jury prees eveneens de veelzijdigheid van de dichteres:

‘Deze dichter is werkelijk overal geweest, in talloze literaturen, tradities en milieus, van academie tot markt, straat en kroeg. Met kennelijk genot (her)gebruikt Brassinga bijna vergeten of in onbruik geraakte woorden, die in haar gedichten opnieuw worden geproefd en gesmaakt. De liefde voor de onuitputtelijke mogelijkheden van taal in poëzie is de constante van haar werk.’

Anneke Brassinga publiceerde al in de jaren zeventig gedichten maar debuteerde uiteindelijk in 1987 officieel met de bundel Aurora. Ze is sindsdien vele malen onderscheiden voor haar werk. Dit jaar verscheen haar twaalfde dichtbundel, Wederkerige (De Bezige Bij). Naast poëzie publiceerde ze ook proza - essays, brieven, dagboeknotities en reisverslagen - en literaire vertalingen van onder meer Oscar Wilde, Jules Verne, Hermann Broch, Vladimir Nabokov, E.M. Forster en Sylvia Plath.

Brassinga verblijft dit jaar als writer in residence in Berlijn op uitnodiging van het prestigieuze DAAD (Deutscher Akademischer Austausch Dienst).

Zie ook:

geestverruimend heelal van taal

Thomas Möhlmann

Contact

Thomas Möhlmann

[email protected]