weblog

Het mooie uitzicht van Nederlandse etalages

Livia Deorsola – 8 december 2014

Er is een liedje van de grote Braziliaanse singer-songwriter en schrijver Chico Buarque waar ik bijzonder dol op ben: As vitrines, ‘De etalages’. Altijd als ik ernaar luister moet ik aan Amsterdam denken.

Om heel eerlijk te zijn heb ik misschien wel ooit ergens gelezen dat de tekst geïnspireerd is op de stad, maar dat doet er niet toe want het verband is er gewoon: wanneer ik dat liedje hoor, zie ik in gedachten rimpelende grachtenpanden in het water, mensengezichten in de ruiten van bruine cafés, gapende toeristen weerkaatst door de ramen op de Walletjes.

In As vitrines vertelt Chico (wiens volledige naam trouwens heel toepasselijk Francisco Buarque de Holanda luidt) het verhaal van een voyeur die een vrouw achternaloopt door de straten van de stad. De man ziet het voorwerp van zijn verlangen vermenigvuldigd zonder zijn geliefde ooit aan te kunnen raken. De tekst is één groot spel van weerspiegelingen waarin het beeld van de vrouw over dat van de stad heen schuift. Geniaal.

Sorry voor deze lange inleiding, maar alvorens verslag te doen van mijn verblijf in Amsterdam in de laatste week van november 2014, op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds (zo aardig!), wilde ik beelden terughalen van mijn eerste bezoek aan het land waar buitenlanders bijna altijd binnenkomen door de deur die Amsterdam heet. Dat was in 2007. Ik studeerde toen in Spanje en ‘deed’ Europa, alsof ik geen zesentwintig maar twintig was. Guess what. Bijna acht jaar later ben ik terug, nu om kennis te maken met een paar van de belangrijkste uitgeverijen en iets meer te proeven van de Nederlandse literatuur dan wat bekend is in Brazilië, waar ik vandaan kom. Voor iemand uit de boekenwereld is dit de ideale manier om een stad en een cultuur te leren kennen. De etalages die míjn aandacht trokken waren die van de boekhandels.

2.

In gesprekken met uitgevers heb ik kennisgemaakt met een tiental profielen, die mij heel rijk geschakeerd leken. Ik heb opvallende verschillen tussen Braziliaanse en Nederlandse uitgeverijen gezien, maar ook veel gemeenschappelijke punten opgemerkt, niet alleen in het uitgeefproces zelf maar ook in de organisatievorm van de markt. Ik noem er een in het bijzonder: de distributie van boeken. Ik wist helemaal niet dat er in Nederland één distributiecentrum voor alle (of toch de meeste) boeken bestond, het Centraal Boekhuis, dat verantwoordelijk is voor alles wat na het drukken komt, zoals toelevering aan de boekhandel. Nu heeft dat natuurlijk ook zin in een klein land als Nederland. In Brazilië daarentegen moet elke uitgeverij haar eigen boeken opslaan en distribueren, wat een immens en peperduur systeem vereist dat niet eens altijd goed werkt.

Ik ben bij een paar uitgeverijen geweest die qua omvang, mentaliteit en uitdagingen vergelijkbaar zijn met mijn eigen uitgeverij Cosac Naify, zoals Cossee en Podium (en ook de afdeling kinderboeken van Querido) − wat was het goed om met hen over de angstige en heerlijke momenten van het vak te praten! En andere, zoals Atlas Contact en De Bezige Bij (wat een ongelooflijke geschiedenis), met een enorme verscheidenheid aan interessante titels voor alle publieksgroepen. Als ik me niet vergis zitten Prometheus, Nieuw Amsterdam / Wereldbibliotheek en Nijgh & Van Ditmar daar ergens tussenin. De Harmonie is voor moeilijker te plaatsen, in de goede zin van het woord. Maar de grootte maakt eigenlijk niets uit: ik vond het bijzonder indrukwekkend dat al die uitgeverijen gevormd zijn door mensen die zich door en door verbonden voelen met de wereld van de letteren, waardoor ze altijd iets speciaals hebben dat er écht toe doet als je kiest voor het werken met boeken.

En ik moet zeggen: wat een mooie en gezellige kantoren! En de keukens! Als mijn collega’s hier de keukens van de Nederlandse uitgeverijen zouden zien, zouden zij net als ik sterven van afgunst. Bij Brazilianen thuis is de keuken de belangrijkste plek, waar het hele gezin zit en praat en koffiedrinkt. Eigenlijk zou dat bij uitgeverijen niet anders moeten zijn. Stel je voor wat er niet allemaal kan gebeuren in een goede keuken: belangrijke beslissingen nemen, tot nieuwe inzichten komen, lezen. De uitgeefwereld zou er heel anders uitzien.

3.

Informatie uitwisselen, nieuwe, interessante titels tegenkomen en van dichtbij het ongelooflijke werk van het Nederlands Letterenfonds meemaken was nog het beste deel van mijn reis. Een van die ontmoetingen vond ik heel speciaal: het etentje met Toine Heijmans, schrijver van Op zee, zijn uitgever Jelte Nieuwenhuis (vanwege de naam had ik een vrouw verwacht; sorry, Jelte, je was niet de enige bij wie ik het fout had) en vertaalster Mariângela Guimarães. Een week lang heb ik de titel in het Nederlands proberen uit te spreken en het hoogst haalbare was dat Hayo Deinum opposite verstond. Wij gaan het boek uitgeven en ik vond het prachtig om er met de auteur zelf over te praten. Ondanks mijn Engels − ik zweer dat ik allerlei geweldige dingen te zeggen had over de roman, maar het wilde gewoon niet lukken. Een van de dingen die ik zo graag had willen zeggen is dat ik de golfslag van de zee voel in zijn korte zinnen, die je heen en weer slingeren, alle vaste grond onder je voeten wegnemen. Dat is geloof ik precies wat goede literatuur doet: de grond onder je voeten wegslaan.

Van de hele reeks ‘fantastische ontmoetingen’ wil ik ook de warme ontvangst door Ben Moser noemen, die mij de Braziliaanse juweeltjes uit zijn bibliotheek in Utrecht liet zien. En aan het eind van het programma, toen ik niet meer in staat was een fatsoenlijke zin uit te brengen in het Engels, was er een buitengewoon prettig etentje met vertalers Nederlands-Portugees. Het gesprek verliep losjes en ongedwongen, alsof we elkaar al jaren kenden. Diezelfde avond maakte ik kennis met Harrie Lemmens, vertaler en schrijver van God is een Braziliaan, en Ana Carvalho, eveneens vertaalster en fotografe, een vreselijk aardig Nederlands-Portugees stel dat meer af weet van Braziliaanse literatuur dan vele Brazilianen. Ten slotte wil ik hier nog speciaal Maarten Asscher bedanken, die me een aantal goede tips gaf en zó schitterend vertelde over Het fregatschip Johanna Maria van Arthur van Schendel dat ik nu constant aan dat boek denk.

En dan de bevlogen vriendelijkheid waarmee ik werd opgevangen door Mireille Berman, Tiziano Perez en Maarten Valken, om Alexandra Koch, Annemieke van Plateringen, Barbara den Ouden en Agnes Vogt niet te vergeten. Wat moet ik daarvan zeggen? Het zou zoveel kunnen zijn, maar dan zou dit stukje erg sentimenteel worden (een eigen versie van ‘waar het hart van vol is, loopt de mond van over’). De beste manier om aan te geven hoe blij en dankbaar ik ben dat ik iedereen heb leren kennen, is misschien wel dat ik zelfs de 3-0 nederlaag van Brazilië tegen Nederland op het afgelopen WK vergat (die van 2010 wil ik niet eens noemen) en dat zij ervoor hebben gezorgd dat de kille temperatuur van vijf graden in Amsterdam als vijfentwintig aanvoelde. En dat, jongens, is voor een Braziliaan goud waard!

Tot slot, als iemand As vitrines wil horen, kan dat hier:

Voetnoten

1. In het Nederlands in het origineel.

2. Het woord vitrines betekent ‘etalage’ of ‘winkelruit’, maar het wordt ook gebruikt voor de Amsterdamse raamprostitutie (noot v.d. vertaler).

As Vitrines

Eu te vejo sumir por aí
Te avisei que a cidade era um vão
- Dá tua mão
- Olha pra mim
- Não faz assim
- Não vai lá não

Os letreiros a te colorir
Embaraçam a minha visão
Eu te vi suspirar de aflição
E sair da sessão, frouxa de rir

Já te vejo brincando, gostando de ser
Tua sombra a se multiplicar
Nos teus olhos também posso ver
As vitrines te vendo passar

Na galeria, cada clarão
É como um dia depois de outro dia
Abrindo um salão
Passas em exposição
Passas sem ver teu vigia
Catando a poesia
Que entornas no chão

De etalages

Ik zie je ginds verdwijnen
De stad is een deur had ik je gezegd
- ‘Geef me je hand’
- ‘Kijk me aan’
- ‘Doe niet zo’ - ‘Ga er niet doorheen’

De neonletters die je kleuren
Belemmeren mij het zicht
Ik zag je zuchten van paniek
En weggaan slap van de lach

Ik zie je al spelend, wil dolgraag
Je schaduw zijn die zich verdubbelt
In je ogen kan ik ook de etalages zien
Die jou voorbij zien komen

In de galerie is elke lichtflits
Als een dag na een andere dag
Als je een zaal in gaat
Zet je je te kijk
Zonder je bewaker te zien Die de poëzie opraapt
Die jij op de grond werpt.

Chico Buarque - vertaling van blog & liedtekst: Harrie Lemmens

Schrijver

Livia Deorsola

Livia Deorsola is redacteur van de in São Paulo gevestigde uitgeverij Cosac Naify. De Braziliaanse was te gast in het bezoekersprogramma van het Letterenfonds.

Bekijk alle weblogs van Livia Deorsola