De Fonds voor de Letteren-vertaalprijzen zijn op vrijdag 14 december 2007 toegekend aan Hilde Pach en Wilfred Oranje vanwege hun bijzondere verdiensten voor de kwaliteit en diversiteit van de literatuur in Nederlandse vertaling. Beide vertalers onderscheiden zich binnen hun taalgebied door initiatief en creativiteit. Aan de prijzen is een geldbedrag van 5.000 euro verbonden. De jury bestond dit jaar uit Ike Cialona, Arthur Langeveld (voorzitter) en Jan Pieter van der Sterre.
Hilde Pach (1957) ontsluit al meer dan twintig jaar hedendaagse Hebreeuwse literatuur voor de Nederlandse lezers. Amos Oz en David Grossman, twee van de grootste schrijvers van Israël, vormen de kern van haar vertaaloeuvre. Zo vertaalde ze recent van Amos Oz Verzen van het leven en de dood (2007), Plotseling diep in het woud: sprookje (2006) en zijn grote (autobiografische) roman Een verhaal van liefde en duisternis (2005; alledrie bij De Bezige Bij). Deze maand bracht uitgeverij Cossee nog een herdruk van David Grossmans roman Zie: liefde, samen met De ander van binnenuit kennen: een nieuwe vertaling van enkele essays van Grossman, waarin de verhouding tussen literatuur en werkelijkheid centraal staat.
Pach paart een indrukwekkend taal- en vertaalvermogen aan een enorme inzet waar het ‘haar’ literatuur en taalgebied betreft. Als promovendus bij de Leerstoelgroep Hebreeuws, Aramees en Joodse Studies van de UvA werkt ze momenteel aan een proefschrift over de Jiddisje krant ‘de Koeranten’ (Amsterdam, 1686-1687). Daarnaast is ze docent bij het Joods Educatief Centrum Crescas, redacteur van het Jiddisj-Nederlandse literaire tijdschrift Grine medine en recensent van NRC Handelsblad. Vorig jaar was ze als docent betrokken bij de door het Steunpunt Literair Vertalen georganiseerde intensieve cursus voor beginnende vertalers. Ook is ze zes jaar lang secretaris van het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen geweest, waar ze zich duchtig weerde in de discussie over de vaste boekenprijs.
Wilfred Oranje (1951) vertaalt uit het Duits zowel fictie als literaire non-fictie. Zijn veelzijdige vertaaloeuvre bevat klassieke teksten van Goethe, Heine en Schiller, de Verzamelde werken van Freud, romans van Joseph Roth en filosofisch werk van Ludwig Wittgenstein en Nietzsche. Onlangs verscheen de door Oranje zelf herziene vertaling van Theodor Fontane Stechlin in de Duitse Bibliotheek van Uitgeverij Atlas. Oranje is samen met vertaler-redacteur Elly Schippers en germanist Theo Kramer verantwoordelijk voor de samenstelling van deze Duitse Bibliotheek.
De jury noemde zijn vertaling van Schillers *De Opstand der Nederlanden *ronduit magistraal. “Zonder de tekst te vereenvoudigen, te moderniseren of anderszins aan te passen is hij tot een vertaling gekomen die je bijna niet weg kan leggen: prachtig Nederlands, klassiek, maar niet hinderlijk ouderwets.” In een lezing op de Literaire Vertaaldagen 2005 stelde Oranje dat er niet of nauwelijks verschil bestaat tussen het vertalen van literaire fictie of non-fictie. Relevant is slechts de vraag, zo concludeerde hij, “of de auteur goed of slecht schrijft. Een vertaler is een van de eersten om te merken dat er in de te vertalen tekst iets hapert. […] Vertalers zouden de moed moeten opbrengen om tegen hun uitgever te zeggen: Waarde uitgever, dit is een slecht geschreven boek, dat nooit in vertaling mag uitkomen.” De hoge kwaliteit van het vertaaloeuvre van Wilfred Oranje vervult ook in dit opzicht een voorbeeldfunctie.
De jaarlijkse Fonds voor de Letteren-vertaalprijzen zijn bedoeld voor literair vertalers die zich zowel onderscheiden door de hoge kwaliteit van hun vertaaloeuvre als door hun inzet als ambassadeur voor een bepaald taalgebied of genre en/of het literair vertalen in het algemeen. De vertaalprijzen zijn in 2007 voor de derde keer uitgereikt. Eerder werden Peter Verstegen (Engels), Richard van Leeuwen & Djûke Poppinga (Arabisch), Ike Cialona (Italiaans) en Harrie Lemmens (Portugees) bekroond.
De juryrapporten voor beide laureaten
Het intellectuele ambacht van de vertaler, een interview met Hilde Pach.
Ambassadeur voor dode auteurs, een interview met Wilfred Oranje.