weblog

Een verslag van het 28e Internationale Boekenfestival van Boedapest

Op een zee van boeken

Krisztina Gracza – 11 oktober 2023

Nederland was dit jaar eregast op het 28ste Internationaal Boekenfestival in Boedapest dat plaatsvond tussen 28 september en 1 oktober in het Millenáris Park. Het festival wordt elk jaar door de Vereniging van Hongaarse Uitgevers en Boekverkopers (MKKE) georganiseerd. Het gastlandschap werd door de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Boedapest met steun van de vakgroepen Nederlands van de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) en de Károli Gáspár Gereformeerde Universiteit georganiseerd. Het Nederlands Letterenfonds heeft financiële ondersteuning geboden.

Er verschijnen veel Hongaarse vertalingen van Nederlandse auteurs, de drie populairste genres zijn fictie, non-fictie en kinder- en jeugdliteratuur. Aan deze vele vertalingen is ook het motto van het festival ontleend: ‘Op een zee van boeken’. De stand van Nederland, ontworpen door DE_FORM, weerspiegelde deze gedachte; de rijk gevulde boekenkasten met vertalingen (deels uitgeleend uit de Letterenfondsbibliotheek) en papieren bootjes in slingers en varend op het vijvertje bij de ingang van het festival.

Nederland werd door dertien Nederlandse auteurs vertegenwoordigd, waarvan een aantal op dit festival debuteerden voor het Hongaarse lezerspubliek: Maarten Aalders, Milo van Bokkum, Annemarie Bon, Jan Brokken, Martin Michael Driessen, Arnon Grunberg, Caroline de Gruyter, Roxane van Iperen, Emy Koopman, Ilja Leonard Pfeijffer, Annet Schaap, Abram de Swaan en Manon Uphoff. Arnon Grunberg citeerde in zijn openingstoespraak van de Nederlandse stand uit het essay ‘There Is No Such Thing as Dutch Literature’ van Hermann Wallmann (verschenen in 1997 op de website van het Letterenfonds). Deze gedachtegang kwam in veel gesprekken terug, maar er werd ook over de huidige toestand van Hongarije en over de toekomst van Europese literatuur gediscussieerd.

Panelgesprek in Európa Pont met (van links naar rechts) Annet Schaap, Roxane van Iperen, Arnon Grunberg, Manon Uphoff en Ilja Leonard Pfeijffer, gemodereerd door Orsolya Réthelyi (links).

Na de openingsceremonie werd het Nederlandse gezelschap uitgenodigd voor een souper bij de Nederlandse ambassadeur, Désiree Bonis. Tijdens haar welkomstwoord verwees ze kort naar de politieke situatie in Hongarije waaronder veel mensen in Boedapest gebukt gaan. Ze vroeg de Nederlandse auteurs om hun Hongaarse vakgenoten een hart onder de riem te steken.

Het programma bevatte boekpresentaties, boekbesprekingen en (panel)discussies waarbij de Nederlandse auteurs in gesprek kwamen met hun vertalers, vaak docenten van de vakgroepen Neerlandistiek, en bekende Hongaarse auteurs zoals Ádám Nádasdy en András Forgách. Daarnaast verzorgden Barbara den Ouden en Krisztina Gracza van het Letterenfonds een presentatie op de beurs. Barbara deed een poging om de moderne Nederlandse fictie te omschrijven, en Krisztina vertelde over haar onderzoek naar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Hongaars en vice versa. Alle programmaonderdelen werden goed bezocht, bij sommige panels moesten stoelen worden bijgezet.

Dit jaarlijkse festival is een gratis toegankelijk publieksbeurs waar vrijwel alle Hongaarse uitgevers aanwezig zijn. Van jong tot oud grepen lezers hun kans om hun geliefde boeken te kunnen laten signeren door de aanwezige auteurs. Hier werd volop gebruik van gemaakt: elke dag kronkelden meerdere, soms urenlange rijen zowel binnen als buiten het gebouw om de gewenste handtekening en foto met de auteur te kunnen bemachtigen. Dit jaar woonden in totaal 70.000 bezoekers het festival bij – dit is het hoogste bezoekersaantal in de geschiedenis van de beurs.

‘There Is No Such Thing as Dutch Literature’

Krisztina Gracza

Medewerker secretariaat

bedrijfsvoering

[email protected]

lees meer