weblog

Een verslag

The European Festival of the first novel in Kiel

Valentijn Hoogenkamp – 7 september 2023

Valentijn Hoogenkamp (Het aanbidden van Louis Claus (2021) en Antiboy (2022)) bezocht op uitnodiging van Literaturhaus Schleswig-Holstein The European Festival of the first novel in Kiel: een festival gericht op debutanten, waar zij samen met hun uitgevers buitenlandse uitgevers, auteurs en vertalers kunnen ontmoeten. Hoogenkamp ontving voor dit bezoek een reisbeurs van het Letterenfonds en deed hierover verslag.

Dit festival in Kiel was inspirerend, goed geregeld, echt een feest. Ik kreeg het gevoel dat ik onderdeel was van een Europese stem omdat we ondanks de verschillen ook met dezelfde uitdagingen worstelden en bijna alle schrijvers dezelfde boeken lazen (Maggie Nelson, Paul B. Preciado). Daardoor hadden we echt een collectief geheugen en kenden dezelfde referenties. 

We verbleven in een fijn hotel met mooi uitzicht. Ontzettend goed ontbijt (een champagnebuffet) en een kamer met bad. Het eten in het Literaturhaus Schleswig-Holstein en in de restaurants was heerlijk en overvloedig.  

De eerste avond begon met het Reading Gala. Alle schrijvers (twaalf) en vertalers die deelnamen aan het festival lazen een fragment voor uit hun debuut. Dit duurde ongeveer drie uur. Andere schrijvers gaven aan dit een te lange zit te vinden en te weinig concentratie te hebben voor dit programma. Ik vond het wel fijn, zo had ik op de eerste dag iedereen die deelnam gezien en had ik een indruk van hun werk. Er waren ook boekjes met de fragmenten (vooraf gemaild en fysiek aanwezig) dus ik heb de fragmenten waarbij ik me niet kon concentreren later zelf nog gelezen.

De twaalf deelnemende schrijvers en vertalers, met Valentijn Hoogenkamp als vijfde van links.

De tweede dag begon met een paneltalk over het literaire bedrijf, geleid door een professor in de cultuurkritiek en zijn studenten. Elke schrijver en zijn of haar uitgever/redacteur mocht schetsen hoe de literaire situatie in zijn land was. We hadden een gesprek over inkomsten, de opkomst van audiobooks, de vraag of het voor een schrijver mogelijk is om commerciëler te gaan schrijven en of je überhaupt kunt kiezen wat je schrijft. In de middag begonnen de presentaties waarbij schrijvers en hun uitgevers in duo’s van steeds twee landen tegelijk over hun debuut en over het uitgeefproces praatten. Dit onderdeel was open voor het publiek en de aanwezigheid van de andere schrijvers was gevraagd, maar niet verplicht.

’s Avonds was er een Roundtable: een kringgesprek over de vraag of de schrijver een merk was en zichzelf zo moest zien. Dit leidde tot een verhitte discussie waarbij ik werd geshamed omdat ik het over mijn omzet had (‘typical Dutch’). De ene schrijver hield een betoog over de edele kunst van de literatuur, een andere schrijfster zei dat zij haar eigen agent moest zijn en niet de luxe had om niet over geld te hoeven praten. Het maakte veel los en we hebben tot laat in de avond nagepraat en gerookt en gedronken. Een Duitse vertaler vroeg of de Nederlandse Grote Drie Cees Nooteboom, Marente de Moor en Harry Mulisch waren. 

De derde dag was gevuld met presentaties. Jan Douwe Westhoeve van de Bezige Bij en ik gaven samen een presentatie over mijn debuut Het aanbidden van Louis Claus en over De Bezige Bij als uitgeverij. Ik vertelde dat de meest vertaalde Nederlandse schrijver nu Marieke Lucas Rijneveld is en niet meer Harry Mulisch. Ik was gekoppeld de Italiaanse schrijfster Carolina Cavalli en haar redactrice van uitgeverij Fandango. Fandango heeft een interessant model: ze geven boeken uit die ze zelf tot films bewerken, zoals De geniale vriendin van Elena Ferrante. Ook scouten zij jonge debutanten die ook kunnen scriptschrijven, zodat er de mogelijkheid is om hun debuut te verfilmen.

Er waren uitgevers op het festival aanwezig die geen vertaalde fictie uitgaven, die kwamen echt alleen om hun eigen redacteuren te ondersteunen, niet om andere Europese schrijvers te scouten. Er waren gelukkig ook uitgevers die wel actief kwamen scouten en mij en Jan Douwe benaderden voor een gesprek. Na het festival zijn de Sloveense vertaalrechten van Het aanbidden van Louis Claus verkocht.

In de namiddag was er een Roundtable waarbij schrijvers en uitgevers gescheiden werden. De uitgevers hebben de uitdagingen van uitgeven in de slinkende literaire markt besproken. Wij als schrijvers hebben besproken hoe je eigen agent kunt zijn (als je die niet hebt) en hoe we kunnen rondkomen als schrijvers. Ik heb ons subsidiestelsel uitgelegd en de rol van de Schrijverscentrale en het Nederlands Letterenfonds en de andere schrijvers stonden met hun oren te klapperen. In veel landen zijn weinig fondsen en geen minimumbedragen voor optredens. In Italië krijg je maar 5 procent royalty’s per boek.

’s Avonds werden er live illustraties gemaakt van de titels van onze boeken die op de muur van een bruin café werden geprojecteerd. Ik had inmiddels bij de organisatie gelobbyd voor een projectiescherm zodat we het songfestival konden kijken in het Literaturhaus. We hebben met alle internationale aanwezigen het Songfestival gekeken met veel wijn en snoep en dachten dat Finland ging winnen. De organisatie bleef laat op voor ons zodat wij in het Literaturhaus konden blijven kijken. Dit was supersympathiek.

Op de vierde dag hielden we een evaluatie. Verschillende schrijvers gaven aan eigenlijk te introvert te zijn voor al die roundtables, ze hadden liever in kleine groepen met elkaar gesproken. Voor mij gold het omgekeerde: juist door die grote groepen heb ik iedereen gezien, gehoord en ontmoet. Als je gaat opsplitsen mis je toch bepaalde mensen. Sommigen vonden het programma iets te vol. Ik vond het zoals gezegd juist wel fijn. Je kon er ook voor kiezen om een schrijverspresentatie te missen als je je even terug wilde trekken. Sommige schrijvers waren bijvoorbeeld bij weinig presentaties aanwezig en zaten om 9 uur ’s ochtends al aan de champagne.   

Ik kan dit festival aan alle debutanten aanraden. Het helpt als je niet te introvert bent en zelf op iedereen afstapt en naar hun boeken en de uitgeefsituatie in hun land vraagt. Vraag aan internationale schrijvers welk boek uit hun land je echt moet lezen als ijsbreker.

Vanwege het volle programma ben ik vergeten te zwemmen in de fjord.

Een Duitse vertaler vroeg of de Nederlandse Grote Drie Cees Nooteboom, Marente de Moor en Harry Mulisch waren. 

Schrijver

Valentijn Hoogenkamp

Valentijn Hoogenkamp (1986) is kunstenaar. Hij debuteerde in 2021 met de roman Het aanbidden van Louis Claus (de Bezige Bij), die goed werd ontvangen in de pers en werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs. In 2022 schreef hij over zijn coming-of-gender in het persoonlijke essay Antiboy. Valentijn schreef voor De Volkskrant, De Groene Amsterdammer, De Standaard, Financieel Dagblad en Harpers Bazaar.

Bekijk alle weblogs van Valentijn Hoogenkamp