Margriet Heymans (1932-2023) is op 27 juli jl. op 90-jarige leeftijd overleden. Ze werd op 29 oktober 1932 in Den Bosch geboren. Zij was de oudere zus van de in 2008 overleden Annemie Heymans – beide schrijfsters-tekenaressen en enig in hun soort.
Zodra ze kon schrijven, begon ze beeldverhalen te maken. Na het gymnasium studeerde ze enige tijd aan de School voor Kunst en Kunstnijverheid in haar geboorteplaats. Daarna vertrok ze naar Amsterdam waar ze de Rijksacademie bezocht. In 1958 ontving zij haar eerste illustratieopdracht van het kindertijdschrift Kris Kras. En daarna begon ze samen met haar zus Annemie aan het prentenboek Het poppenfeest. Van 1972 tot 1993 was ze docent aan haar oude school in Den Bosch, die nu Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving heet, en leidde ze een jongere generatie illustratoren op.
Naast de boeken die Margriet samen met haar zus maakte, was ze ook succesvol met haar eigen werk. In woord en beeld maakte ze het alledaagse bijzonder en onvergetelijk. Twee keer kreeg ze de Gouden Penseel: in 1973 voor Hollidee de Circuspony en in 1988 voor de tekeningen bij Imme Dros’ Annetje Lie in het holst van de nacht. Voor Jipsloop kreeg zij in 1988 een Zilveren Griffel, net als voor Lieveling, boterbloem in 1989. Dat laatste boek werd in hetzelfde jaar ook bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs. In 2007 ontving ze Voor Diep in het bos van Nergenda de Nienke van Hichtum-prijs.
De ‘onderhuidse emoties’ in combinatie met de prachtige tekeningen van Margriet Heymans zelf maken zichtbaar wat niet uitgesproken wordt. ‘Een leeftijdloos literair pareltje,’ schreef de jury in haar rapport. ‘Met haar werk balanceert ze behendig op het dunne koord tussen werkelijkheid en verbeelding, tussen humor en ernst, tussen toegankelijk en hermetisch, tussen tragiek en luchtigheid.’
Haar werk werd in vele talen vertaald. Vanaf 1986 werden haar werkbeurzen toegekend, en sinds 2009 ontving ze, op voordracht van de VvL, nu Auteursbond, een eregeld van het Letterenfonds. In de eregeldtoekenningsbrief schreef het Letterenfonds:
‘Het bestuur wil u met de verlening van dit eregeld zijn waardering tonen voor uw jarenlange bijdrage aan de Nederlandse kinderliteratuur vanaf Het poppenfeest uit 1971 via ‘gepenseelde’ boeken als Lieveling Boterbloem en De Prinses van de Moestuin tot Diep in het bos van Nergena en Op zoek naar Opa Bleskop in 2008. Niet alleen de nog met uw zus Annemie gemaakte boeken maar ook de alleen door u geschreven werken nemen door het vaak onlosmakelijk bijbehorende beeldende werk een bijzondere positie in. Het doet ons genoegen uit uw werkbeursaanvragen op te maken dat u, op leeftijd gekomen, niet versaagt en als logisch vervolg op uw werkwijze waarin tekst en tekenwerk worden geïntegreerd de ‘graphic novel’ als uw nieuwste werk aanpakt. Ik hoop van harte dat het eregeld u tevens in staat stelt de komende jaren rustiger daaraan te kunnen werken.’

Beeld uit Annetje Lie in het holst van de nacht. Bron: Literatuurmuseum.