Vissenschild (Wereldbibliotheek) van Liesbeth Lagemaat is bekroond met De Grote Poëzieprijs 2021. Haar bundel werd door een vakjury gekozen uit 107 inzendingen. Met de prijs wint Lagemaat een geldbedrag van € 25.000, waarvan € 5.000 is bestemd voor een poëzieproject naar eigen keuze. Vissenschild werd geschreven met een beurs van het Letterenfonds.
De prijswinnaar is bekendgemaakt in het radioprogramma Opium. Uit het juryrapport:
‘Het is een adembenemend werk waarin een zinderend poëtisch spel wordt gespeeld. Met deze poëzie toont de dichter grote ambitie en lef, maar ook het vermogen om een grote belezenheid te koppelen aan de huidige tijdsgeest.’
Vissenschild is de zevende bundel van Liesbeth Lagemaat (1962). Ze debuteerde in 2005 met Een grimwoud in mijn keel, dat werd bekroond met de C. Buddigh’-prijs. Een groot deel van haar oeuvre kwam tot stand met ondersteuning van het Letterenfonds; onder meer de bundels Handlanger: het witte kind (2009), Het uur van de pad (2012), Abri (2018) en het episch gedicht Nachtopera (2015).

De jury van De Grote Poëzieprijs 2021 bestond uit: Inez Boogaarts , directeur van Poetry International; Jeroen Dera, neerlandicus verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en poëzierecensent; Nisrine Mbarki, schrijver, dichter, literair vertaler en programmamaker; Thomas Möhlmann, dichter, programmamaker en schrijfdocent; en Frits Spits, neerlandicus en radiomaker, onder meer bekend van radioprogramma De Taalstaat. Zij nomineerden naast Vissenschild ook de bundels De Hazenklager van Paul Demets (De Bezige Bij); De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan van Mattijs Deraedt (Poëziecentrum); Veldwerk van Bernke Klein Zandvoort (Querido) en Wie was ik van Alfred Schaffer (De Bezige Bij).
Het is dit jaar de derde keer dat De Grote Poëzieprijs wordt uitgereikt. Eerdere laureaten zijn Radna Fabias (2019) en Vrouwkje Tuinman (2020). De jaarlijkse prijs is de opvolger van de VSB Poëzieprijs.