In 2019 is het honderd jaar geleden dat een van de grootste wetenschappelijke werken van de twintigste eeuw werd gepubliceerd: Johan Huizinga’s Herfsttij der Middeleeuwen. Ter gelegenheid van dit jubileum organiseert het IFK Kunstuniversität Linz een driedaagse conferentie over de betekenis van Huizinga’s werk vandaag de dag. Op initiatief van het Letterenfonds gaan tijdens de conferentie vier Huizinga-vertalers in een paneldiscussie in op de eigenaardigheden van Huizinga’s taal.
Vertalers Adam Bžoch, Franco Paris, Diane Webb en Annette Wunschel gaan onder leiding van moderator Anton van der Lem met elkaar in gesprek over het vertalen van Huizinga's Herfsttij der Middeleeuwen.
Adam Bžoch vertaalde Patriotisme en nationalisme in de Europeesche geschiedenis tot het einde der 19e eeuw, Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw en Cultuurhistorische verkenningen in het Slowaaks.
Franco Paris vertaalde Herfsttij der Middeleeuwen in het Italiaans.
Diane Webb vertaalt Herfsttij der Middeleeuwen in het Engels, te verschijnen in 2020.
Annette Wunschel vertaalde Herfsttij der Middeleeuwen, Briefwisseling I & II, Amerika levend en denkend, In de schaduwen van morgen / Geschonden wereld en werkt momenteel aan de vertalingen van Homo Ludens; Over de grenzen van spel en ernst in de cultuur, Erasmus en Leven en werk van Jan Veth, alle te verschijnen in 2019 of 2020. Wunschel ontving in 2016 voor haar Huizinga-vertalingen de Else Otten Übersetzerpreis.
Johan Huizinga
Johan Huizinga (1872-1945) was hoogleraar Algemene en Nederlandse Geschiedenis in Groningen (1905-15) en hoogleraar Algemene Geschiedenis in Leiden (1915-1941). Hij was de grondlegger van de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis en was daarnaast cultuurfilosoof en antropoloog. Zijn belangrijkste werken zijn Herfsttij der Middeleeuwen (1919), Erasmus (1924), In de schaduwen van morgen (1935) en Homo Ludens (1938). Hij was redacteur van het literaire tijdschrift De Gids en voorzitter van de afdeling Brieven van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 1942 verbleef hij enkele maanden in het gijzelkamp Sint Michielsgestel, waarna hij niet mocht terugkeren naar Leiden. Hij stierf in ballingschap in De Steeg op 1 februari 1945.
Het oeuvre van Huizinga kan omschreven worden met de kwalificatie die hijzelf ooit gebruikte om het werk van Aby Warburg te beschrijven: een groot laboratorium voor de studie van cultuur. Met de nieuwe vertalingen van veel van zijn boeken in het Duits, Engels of Italiaans, en nieuwe Nederlandse edities van zijn werk is het volgens de organisatie van de conferentie tijd om dit laboratorium te herzien. De conferentie beoogt de relevantie van het werk van Huizinga voor de cultuurwetenschap opnieuw te beoordelen.
Meer informatie over de conferentie is beschikbaar (in het Duits) in deze pdf.