Op de dag van de uitreiking van de AKO Literatuur Prijs overleed Bernlef, die in 1987 de eerste AKO-prijs won met Publiek geheim. Bernlef, die van 1968 tot 1970 bestuurslid was van het Fonds voor de Letteren, is de schrijver van het in twintig talen gepubliceerde Hersenschimmen (1984), de dichter van een twintigtal bundels die hem in 1994 de P.C. Hooftprijs bezorgden en de vertaler van vele romans en gedichten uit het Zweeds en, soms, het Frans.
Hendrik Jan Marsman (Sint-Pancras, 14 januari 1937 - Amsterdam, 29 oktober 2012) koos als pseudoniem de naam van een blinde Friese bard uit de achtste eeuw. Een veelzeggende keuze voor een auteur die zich in zijn werk vooral bezighoudt met de vraag ‘hoe kijkt men naar de werkelijkheid?’ en die zijn personages vaak een handicap meegeeft. J. Bernlef debuteerde in 1960 met verhalen (Stenen spoelen) en gedichten (Kokkels) , en ontplooide zich bij het tijdschrift Barbarber in het gezelschap van zijn co-redacteuren G. Brands en K. Schippersals dichter van readymades en collages van alledaagse dingen. G. Brands (pseudoniem van Gerard Bron, 1934-2012) overleed twee weken geleden.
De belangrijkste thema’ s van Bernlef – vergeten, verdwijnen, herinneren – spelen ook een rol in de roman waarmee hij in 1984 doorbrak naar een groot publiek: Hersenschimmen, het in de ik-vorm vertelde verslag van een Hollandse emigrant in het Noord-Amerikaanse sneeuwland die steeds erger dementeert. ‘ Herinneringen kunnen soms tijdelijk onbereikbaar zijn, net als woorden,’ denkt deze Maarten Klein aan het begin van het verhaal, ‘ maar totaal verdwijnen kunnen ze toch bij leven niet?’ IJdele hoop natuurlijk, Alzheimer is onverbiddelijk, al zal de ziekte zelden zo snel toeslaan als bij Bernlefs hoofdpersoon, en al zullen weinig patiënten zo welsprekend blijven tijdens hun aftakelingsproces. Sommige van Kleins gedachtenbrokstukken zouden – mits op de juiste manier getypografeerd – niet misstaan in een bundel van de dichter die Bernlef ook was.
Drie jaar na Hersenschimmen won Bernlef de AKO-prijs met de even eenvoudig en realistisch gestileerde roman Publiek geheim, over een oude Oostblok-schrijver die zich verzet tegen de staatscensuur. De praktijk van het communisme, met zijn verdraaiing en beïnvloeding van de werkelijkheid, komt ook terug in de bundel Verbroken zwijgen (2002), waarin Bernlefs onopgesmukte stijl ten dienste staat van spannende verhalen met een duidelijke clou, en in de roman De rode droom (2007), over twee oude mannen die blijven dromen van een heilstaat. Voor het boekenweekgeschenk De pianoman (2008) baseerde Bernlef zich op het verhaal van de man die werd aangetroffen in een havenplaats in Oost-Engeland en weigerde om een woord te zeggen.
Bernlef was een veelzijdig schrijver, dichter en essayist (het laatste met name op het gebied van de jazz), wiens literaire carrière op vele manieren verbonden is geweest met (de voorlopers van) het Nederlands Letterenfonds. Van 1965, toen het Fonds voor de Letteren werd opgericht, tot 1986, toen het succes van Hersenschimmen hem financiële vrijheid gaf, kreeg hij jaarlijks werkbeurzen voor zijn poëzie, proza en vertalingen. Tot 1999 werden aan hem aanvullende honoraria verleend voor zijn vertalingen van onder meer P.O. Enquist, Lars Gustafsson en de latere Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer. Zijn kennis van de Scandinavische literatuur zette hij in 1987 in als lid van de adviescommissie Scandinavische talen; van 1968 tot 1970 was hij behalve bestuurslid van het Fonds voor de Letteren ook voorzitter van de adviescommissie proza. Van zijn proza en poëzie verschenen tientallen vertalingen; onder meer in het Duits, Engels, Frans, Spaans, Chinees, Japans, Pools, Turks en de Scandinavische talen. Met het Nederlands Productie en Vertalingen Fonds maakte hij schrijversreizen naar onder andere de boekenbeurzen van Frankfurt, Barcelona, Göteborg en, een jaar geleden, Beijing. Hij maakte daar als origineel denker, verhalenverteller en groot kenner van de wereldliteratuur altijd een bijzondere indruk op lezers, critici en collega-schrijvers.