weblog

Reisblog #3: Sander Kollaard van Zweden naar Nederland per auto

De boeken van mijn vader

Sander Kollaard – 19 augustus 2018

Mijn vader, 90, leest al een leven lang. Hij las als jongen in een hoekje van de benauwde woonkamer in Den Helder, in de Ambonstraat. Toen ik hem laatst opzocht, in het nieuwe ‘echtparenappartement’ in Hilversum waar mijn ouders sinds kort wonen, zat hij aan zijn bureau en bestudeerde een boek met middeleeuwse miniaturen. In het huis aan de Pluimessenlaan in Amstelveen, waar ik ben geboren en opgegroeid, had hij een eigen kamer, een studeerkamer, waarvan datzelfde bureau het centrum was. Het was aan drie kanten omgeven door wanden met boeken, gesorteerd per categorie. Samen vormden ze de neerslag van zijn intellectuele leven: theologie, natuurwetenschap, Israël, kunstgeschiedenis. De literatuur stond beneden in de woonkamer, een wand vol, grotendeels Nederlands.

Lezen is voor mijn vader meer dan een plezierige bezigheid. Lezen is leren. Lezen is het verwerven van kennis en in die kennis zit naar zijn idee iets veredelends, en in dat idee schuilt een geschiedenis van kleine gereformeerde luyden die door ijverig te leren vooruit wilden komen in de wereld. Mijn grootvader was een eenvoudige ambtenaar bij de marine. Hij werd maatschappelijk overtroffen door zijn drie zoons. Mijn vader studeerde, promoveerde en werd leraar. Terugkijkend laat zich een andere uitkomst nauwelijks voorstellen.

Boeken dus. Ik groeide ermee op. Het was normaal dat er kasten vol met boeken waren en ik verbaasde me als ik ergens kwam waar er geen boeken waren. De eerste boeken die ik las en die me werkelijk grepen kwamen uit de kast van mijn ouders. Al snel begonnen ook de planken op mijn eigen kamertje gevuld te raken en eenmaal uit huis vulde ik de ene na de andere woning met steeds meer boeken. Ik lees. Van lieverlee ben ik ook gaan schrijven maar ik zie mezelf nog altijd meer als een lezer dan als een schrijver, al is er geen groot verschil tussen die twee. Net zoals voor mijn vader is lezen meer dan een plezierige bezigheid. Dankzij boeken kan ik me tot de wereld verhouden. Door te lezen – en te schrijven – knoop ik me vast aan een wereld die anders volkomen onbegrijpelijk zou zijn. Pas als ik door de regels van een boek naar de wereld tuur, ontdek ik een beetje orde, en daarmee houvast. Deze ernst komt ook mijzelf voor als hopeloos ouderwets, al denk ik dat deze sensatie op zichzelf een modern verschijnsel is.

Met de verhuizing naar het appartement in Hilversum moest mijn vader afscheid nemen van het overgrote deel van zijn bibliotheek. Een deel kon worden verdeeld of weggegeven, maar er bleven nog honderden boeken over, elk een wereld, opeens verloren, zonder bestemming.

‘Ach nee,’ zei een neef die een modern antiquariaat heeft en op verzoek kwam kijken, met een blik op de stapels Nederlandse literatuur, ‘dat interesseert niemand meer.’

Ik huurde een auto en reed van Zweden naar Nederland om het restant aan boeken op te halen. Het was de lezer die op deze gedachte kwam, maar de schrijver die meteen ook het verhaal zag: zoon rijdt van Zweden naar Nederland om de boeken van zijn vader te redden. Er doemde een verhaal op over lezen, boeken, leren en kennis verwerven, vooruitkomen in de wereld, schrijven… En dus reed ik in de eerste week van januari 2018 naar Nederland, niet door kou en sneeuw, maar met een laagstaande zon die me twee dagen lang vrijwel voortdurend in het gezicht scheen. Onderweg dacht ik nauwelijks aan de boeken van mijn vader, of het verhaal dat ik in mijn reis zag, maar veel meer aan de onwaarschijnlijke, bijna agressieve lelijkheid van de plekken waar ik stopte om te tanken, koffie te drinken en iets te eten.

De flat van mijn ouders was al goeddeels leeggehaald, maar boeken waren er nog in overvloed. Uiteindelijk stouwde ik een kleine zevenhonderd boeken in de huurauto, die daardoor flink door de achterwielen zakte, zodat ik de stand van de koplampen moest aanpassen. Boeken hebben dus inderdaad gewicht en het is denkbaar dat het niet de kromming van de ruimte is die de oorzaak van de zwaartekracht is, maar onze gedachten, en de boeken waarin die gedachten worden opgeslagen. Terwijl ik de dozen vulde kwam ik oude bekenden tegen, niet zozeer boeken die ik al had gelezen, of schrijvers die ik kende, maar boekruggen die ik herkende uit kasten waar ik kennelijk vaak naar had gekeken. Dat is een tikje mysterieus: de studeerkamer van mijn vader was min of meer verboden terrein. Ik kwam er niet vaak maar dat is misschien wel de reden dat ik me die kamer, en die boekruggen, nog zo goed herinner: als ik er kwam, gaf ik mijn ogen goed de kost.

Mijn vader vertelt me dat hij heeft gedroomd dat de auto vanwege het gewicht van zijn boeken door de assen was gezakt en tot stilstand gekomen in de tunnel onder de Elbe, in Hamburg. Dat gebeurt niet. Ik passeer de tunnel zonder problemen. Ik passeer de brug van Kopenhagen naar Malmö zonder problemen. Ik slaap droomloos in een goedkoop hotelletje bij Lund. Pas bij Örebro verschijnt de sneeuw, maar veel is het niet, en ze hindert me geen tel. Als ik thuis de achterbak openmaak, glijden een paar dozijn boeken naar buiten, in de sneeuw – de kennismaking zal zowel de sneeuw als de boeken hebben verrast.

In de dagen die volgen breng ik enige orde aan in de verzameling en laat de boeken dus opnieuw door mijn handen gaan. Soms ruik ik eraan, soms blader ik erin. Ik vind briefjes, ik lees hier en daar een aantekening. Ik vind gedichten van Anthonie Donker met op het schutblad een liefdesgedichtje voor mijn moeder, gedateerd 3 maart 1951, haar 22e verjaardag. Ze hebben elkaar net ontmoet. Het is vier jaar voor de geboorte van hun eerste kind, tien jaar voor die van mij. De getallen leveren een vertrouwd vertigo op: de gapende muil van de tijd. Zouden ze het zich nog herinneren, dit gedichtje, het boek? Zouden ze nog iets weten van de gelegenheid, hoe hij keek, en zij, wat ze dachten en voelden, wat ze zeiden? Ik kan het ze vragen maar echt nodig is dat niet: ruim zestig jaar later doemt dat moment van verliefdheid op, ongeschonden, gemakkelijk toegankelijk, veilig aangetekend in een boek.

Links

Boeken hebben dus inderdaad gewicht en het is denkbaar dat het niet de kromming van de ruimte is die de oorzaak van de zwaartekracht is, maar onze gedachten, en de boeken waarin die gedachten worden opgeslagen.

Schrijver

Sander Kollaard

(1961) debuteerde in 2012 met de verhalenbundel Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde, waarvoor hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs ontving. In 2015 volgde Stadium IV dat werd verkozen tot Boek van de Maand in De Wereld Draait Door. De roman werd vertaald in het Duits en Engels. In 2018 publiceerde hij de verhalenbundel Levensberichten. Het werk van Sander Kollaard verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot.

sanderkollaard.nl

Bekijk alle weblogs van Sander Kollaard