Grote, witte tenten op een kale, stoffige vlakte – dat is de Cairo International Book Fair, de oudste en grootste boekenbeurs van de Arabische wereld. Gezinnetjes slenteren voorbij met koelboxen, wandelwagens en boodschappentassen vol boeken.
Overal zijn mensen, picknickend op het uitgedroogde gras, zittend tegen een betonnen muurtje. In de eerste week van de beurs stond de teller volgens de Egyptian Book Organization – de verantwoordelijke organisatie – al op 2,5 miljoen bezoekers, een verdubbeling van vorig jaar.
Veel Europeanen zijn er niet, men bekijkt mij nieuwsgierig, er wordt geregeld ‘welcome’ naar me geroepen en soms willen mensen een selfie met me maken. Gelukkig gaat de aandacht vooral uit naar de boeken; het aanbod is gigantisch, en er wordt met prijzen gestunt. Er is een ware stormloop op tweedehands boeken en op Engelse en Amerikaanse pockets. Tieners staan in de rij voor de nieuwste vampier- en weerwolfverhalen, een waanzinnig populair genre hier. De tent van het National Centre for Translation, waar de toch al vriendelijk geprijsde boeken met grote kortingen weggaan, is stampvol. Ook op religieus gebied is dit een belangrijk evenement, ik zie veel vrouwen in boerka afstevenen op de tent met Islamitische uitgaves. Maar de Book Fair is voor veel mensen ook een leuk dagje uit – zoveel ‘rustige’ openbare ruimtes zijn er niet in de stad, je kunt er met vrienden afspreken en er zijn toneelvoorstellingen, debatten en concerten.
Nomadisch bestaan
Voor de uitgevers is de boekenbeurs in de eerste plaats een markt waar direct contact met de klant, de lezer, kan worden gelegd. Distributie is in Egypte, net als in vele niet-westerse landen, een enorm probleem. Op een inwoneraantal van 14 miljoen mensen – het officieuze inwoneraantal ligt nog veel hoger – zijn er in Caïro zo’n 25 grote boekwinkels. Voor veel Egyptische lezers is de beurs daarom de plek waar je jaarlijks je boekenkast bijvult. De Arabische uitgever moet het voor zijn omzet hebben van de verkoop tijdens de boekenbeurzen. Dat betekent: lange dagen op de beurs, die meer dan twee weken duurt, daarna vrijwel direct door naar beurs in Casablanca, even naar huis en dan weer op naar de volgende beurs. De meeste uitgevers die ik spreek leiden een nomadisch bestaan, ze trekken van boekenbeurs naar boekenbeurs in verschillende Arabische landen. Toch schommelt het gemiddelde oplagecijfer tussen de 500 en de 1000 – het leespubliek voor upmarket literatuur is niet groot.
Ik ben er niet voor de boekenmarkt, of voor een van de vele optredens, maar om met een aantal van de 850 aanwezige Arabische uitgevers te spreken over Nederlandse literatuur. Het is vier jaar geleden dat collega’s van het Letterenfonds hier aanwezig waren. Nu de Arabische vertaling van het prachtig uitgegeven brievenboek van Vincent van Gogh - uitgegeven door Al Kotob Khan for Publishing - net van de persen is gerold, is het een goed moment om de contacten weer aan te halen. In twee dagen ga ik van de ene naar de andere uitgever om te praten over de politieke en economische situatie in Egypte, de stand van zaken in het boekenvak en, ten slotte, de mogelijkheden voor vertaalde literatuur.
Nostalgie
Met een kartonnen beker thee in de ene en een sigaret in de andere hand doen de Egyptische uitgevers zonder uitzondering verslag van hun desillusie over de Arabische Lente. Dat gevoel wordt door veel mensen gedeeld en het leidt onder meer tot nostalgie naar verloren idealen, getuige de vele publicaties over Parijs 1968. Na de machtsovername door generaal Abdel-Fattah el-Sisi lijkt de hoop op grotere politieke vrijheid vervlogen. Zoals de journaliste Yasmine El Rashidi in het februarinummer van de New York Review of Books betoogt, kreeg Sisi lange tijd krediet van de bevolking, die in ruil voor rust en voorspoed de toenemende repressie op de koop toenam. Na ruim vier jaar van groeiende armoede en corruptie groeit de onvrede. Bijna tastbaar is hij op deze beurs, waar iedereen samenkomt die in de revolutie geloofde.
Sommige uitgevers publiceren kritische boeken over de teloorgang van de eens zo trotse Egyptische natie. Ze stuiten daarbij niet alleen op de staatspolitie, die activisten en masse arresteert, uitgeverijen tot sluiting dwingt en de pers controleert; ook de economische malaise eist zijn tol. Als gevolg van prijsstijgingen is de boekproductie veel duurder geworden, maar de verkoopprijzen kunnen niet te hard stijgen, omdat de verkoop dan nog meer keldert dan al het geval is. Een boek, vertelt een van de uitgevers, kost –net als in Nederland – ongeveer twee keer de prijs van een bioscoopkaartje, maar een Egyptische onderwijzer met een modaal inkomen zal een avondje film nooit kunnen betalen,laat staan een boek.
Dat is allemaal niet om vrolijk van te worden. Toch kom ik optimistisch gestemd terug – vanwege de veerkracht en het enthousiasme van veel van de uitgevers. Ze zijn zich zeer bewust van hun verantwoordelijkheid, en hebben de moed op te komen voor de vrijheid van meningsuiting, ondanks de pogingen hen aan banden te leggen. Bovendien zijn ze nieuwsgierig naar wat er elders in de wereld gebeurt, in Europa en ook in Nederland. De gesprekken die ik heb gevoerd bieden nieuwe aanknopingspunten voor de publicatie van Nederlandse boeken die getuigen van de kracht van de literatuur om in barre tijden de mogelijkheid van een andere wereld te schetsen.