Van 22 t/m 25 september 2016 vond in Göteborg voor de 31ste maal de Bokmässan plaats. Ik was er zelf voor het eerst en was onder de indruk van de beurs – drukbezocht door uitgevers en publiek, goed georganiseerd en een interessant inhoudelijk programma.
“No other book fair in the world offers such a comprehensive conference program as the Göteborg Book Fair. Writers, scholars, Nobel Laureates, politicians and thinkers from around the world appear in readings, talks and high profile debates.” Zo staat het in het promotiemateriaal van de beurs zelf, en ik vermoed dat dit klopt – overal om je heen vinden er gesprekken en boekpresentaties plaats met uiteenlopende onderwerpen.
De eerste Freedom of the Press Act werd 250 jaar geleden in Zweden bekrachtigd en de Göteborgbeurs viert dit met een uitgebreid programma waarin de vrijheid van meningsuiting centraal staat. Tal van internationale auteurs gaan in gesprek over dit onderwerp: onder andere Herta Müller, winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur 2009, de Syrische dichter Adonis, en uit Nederland Joris Luyendijk. Hij ging in gesprek met Theodor Kallifatides, Magda Carneci en Irena Brežna over Freedom of Expression in Societies of Change.
Luyendijk was ook op de beurs voor de presentatie van de Zweedse editie van Dit kan niet waar zijn, dit jaar verschenen bij Natur och Kultur in een vertaling van Per Holmer, onder de titel Simma med hajar (zoals de Engelse titel Swimming with Sharks). Hij sprak meerdere malen over zijn boek, in een lezing met de titel Food and capital – a life and death speculation? Ook sprak hij met de financiële verslaggever van Svenska Dagbladet, vanuit de invalshoek Gambling with other people’s money.
Migratie en asielbeleid waren andere belangrijke onderwerpen, onder andere belicht door Patrick Kingsley, correspondent van The Guardian, en Kim Thúy, Canadees auteur en Vietnamees bootvluchteling.

Maar er waren niet alleen maatschappelijke debatten, ook nieuwe boeken in andere genres kregen podiumaandacht. Op het gebied van kinderboeken, mijn specialisme, sprak Meg Rosoff, de Amerikaanse auteur wier werk dit voorjaar bekroond werd met de Astrid Lindgren Memorial Award, zeer tot de verbeelding. Ook de Nederlands/Zweedse illustrator en auteur Marit Törnqvist kreeg veel aandacht – voor haar eigen boeken én voor het programma dat zij opzette om centra van vluchtelingen te voorzien van vertalingen van Zweedse kinderboeken in het Arabisch. Een prachtig initiatief dat binnenkort ook in Nederland van start gaat, in samenwerking met uitgeverij Querido en Vluchtelingen Werk Nederland.
Mijn collega Mireille Berman, non-fictie specialist, en ik zaten in het internationale rechtencentrum waar we, in meer rust dan in de hallen waar in totaal zo’n 100.000 bezoekers komen, veel uitgevers en redacteuren uit Scandinavië hebben gesproken. Tijdens één van die gesprekken vertelde de redacteur van de nieuwe Noorse uitgeverij Ena dat ze binnenkort De brief voor de koning van Tonke Dragt uit zullen geven. Ze was nieuwsgierig geworden toen ze over dit boek hoorde op de ontmoeting tussen uitgevers en vertalers, die vorig jaar georganiseerd werd door vertaalster Paula Stevens, de Nederlandse ambassade in Oslo en het Nederlands Letterenfonds. De vonk sloeg over, de rechten zijn gekocht en Bodil Engen is benaderd voor de vertaling. Zo’n bericht is natuurlijk altijd verheugend en zeker als het gaat om één van de belangrijke klassiekers van de Nederlandse kinderliteratuur.
Ik vond de beurs van Göteborg nuttig en interessant. “It is a whirlwind of ideas and opinions, a celebration of the written word, and a tribute to freedom of expression,” staat op de website. Ik kan dat alleen maar beamen, het voelde inderdaad zo, en dat zonder tassencontrole of scanpoortjes – laten we hopen dat dát in de toekomst op meer boekenbeurzen het geval kan zijn.
De nieuwe Noorse uitgeverij Ena gaat De brief voor de koning van Tonke Dragt uitgeven