Series, maatschappelijke ambities, Amerikaanse import, gespecialiseerde prentenboekwinkels, een snel groeiende middenklasse en kinderen die negen uur per dag schoolgaan. Begin november kreeg Agnes Vogt een crash course in het Chinese uitgeeflandschap voor kinderen en jongeren. Op uitnodiging van de China Shanghai International Children’s Book Fair (CCBF) nam ze deel aan het internationale fellowship programma dat voor een select aantal internationale kinder- en jeugdboekenenspecialisten werd georganiseerd. Een impressie.
Op Pudong Airport word ik opgewacht door één van de organisatoren van de kinderboekenbeurs van Shanghai, de CCBF. Het is een uur rijden naar het ‘centrum’, of beter gezegd naar één van de centra van de grootste stad van China. Officieel telt Shanghai 24 miljoen inwoners, maar volgens onze gids Dorean zijn het er met de ‘immigranten’, dat wil zeggen de niet-geregistreerden, wel 30 miljoen. Men woont en werkt er in eindeloze hoge torens, soms bijzonder van architectuur, vaker rechttoe rechtaan en grauw - zeker op deze novemberdagen met veel mist en regen.
Die avond begint het fellowship-programma met een kennismakingsdiner. Het is leuk om een aantal bekenden terug te zien, zoals Vanessa Gonzalez van de Braziliaanse uitgeverij Cosac Naify, Ivana en Emma Pechackova uit Tsjechië en Hazel Bilgen van Yapi Kredi Turkije. De andere genodigden zijn Hélène Wadowski van Flammarion uit Frankrijk, Claire Somerville van Hachette UK, Lotta Dufva van Elina Ahlbäck Literary Agency uit Finland, Leonardo Rocker van Quirkykid Australië, Fanuel Diaz van Norma uit Colombia en Eric Huang, zelfstandig uitgever van digitale media in Londen.
In het restaurant neemt Carolina Ballester, de coördinator van het programma, de komende dagen met ons door en stelt ons vervolgens voor aan Peng Weigou, de directeur van Shanghai Press and Publication Department. Op traditionele wijze dineren we aan grote ronde tafels waar heerlijke gerechten op langskomen, en we veel toasten – gezamenlijk, maar Weigou gaat ook iedereen persoonlijk langs.
Woensdagochtend bezoeken we twee, zeer verschillende boekwinkels: Poplar, een prachtige kleine winkel, gespecialiseerd in prentenboeken en onderdeel van het gelijknamige Japanse concern, dat in China ook een uitgeverij, e-boekwinkel en drukkerij heeft. Ooit was dit de allereerste prentenboekenwinkel in heel China, nu zijn er alleen in Shanghai al drie winkels.
Yang Di, de eigenaresse van de winkel, tevens ook uitgever bij Poplar, vertelt dat de prijs van prentenboeken varieert van 28 tot 35 Yuan (3 tot 4 euro) en bij fictietitels van 15 tot 30 yuan (€ 2,20 a € 4,40). De gemiddelde eerste druk van hun kinderboeken heeft een oplage tussen de drie- en vijfduizend exemplaren, oplopend tot 10.000 als er veel vertrouwen is in het commerciële succes. Maar die getallen kunnen nog veel verder oplopen – ze toont ons Poplars populairste serie voor jonge kinderen waarvan per maand wel 30.000 exemplaren worden verkocht. Het zijn heel eenvoudige paperbackboekjes, tweetalig: Chinees/Engels, over omgangsvormen en goede manieren, die per tien verkocht worden voor 75 yuan (11 euro).
Daarna gaan we naar Shanghai Book City, onderdeel van één van de grootste boekhandelsketens. Deze boekwinkel van 8 verdiepingen heeft een omzet van 18 miljoen yuan per jaar en 250.000 titels op voorraad, waarvan 100.000 kinderboeken. Binnenkort gaan ze deze afdeling verbouwen om meer ‘belevenis’ te bieden in de concurrentie met de internetverkopen. Dangdang.com, naast Alibaba en Amazon één van de drie grootste internetboekhandels, is een grote concurrent omdat het boeken aanbiedt voor prijzen die 30 tot 40% lager liggen dan in de winkel. De groep heeft net bekendgemaakt dat ze binnen drie jaar ook 1.000 fysieke boekwinkels gaan openen, waar de boeken dezelfde prijs zullen hebben als online.
Die dag, 11 november, is het een soort ‘black Friday’, een enorme uitverkoopdag, juist via internet. Dangdang.com verkocht op die ene dag 270.000 exemplaren van The Magic Schoolbus, het best verkopende kinderboek in China.
Aan het eind van de middag worden we verwelkomd bij uitgeverij Shanghai 99, dat in 2004 is opgericht door Yuhai Huang, de voormalige hoofdredacteur van Bertelsmann China. Vier jaar geleden zijn ze begonnen met een kinderboekenfonds, dat inmiddels 800 titels telt, waaronder Harry Potter, de Moomins, en Peter Sis. Ze hebben dit bereikt dankzij de inzet van goede agenten en door een aantal Europese redacteuren in dienst te nemen. Volgend jaar zullen ze op de boekenbeurs in Shanghai het werk van Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp presenteren (de vijf delen van Jip & Janneke, Pluk van de Petteflet, Wiplala, Wiplala weer, en Abeltje) en drie eerste boeken uit de Paul Biegel-bibliotheek. Hun grootste commerciële succes is een serie over een grote rode hond waar inmiddels 1,5 miljoen exemplaren van zijn verkocht, het is een paperback boekje met een verkoopprijs van 10 yuan (1,50 euro).
Alhoewel de meeste Chinese uitgevers nog steeds vragen naar series en bestsellers (waarbij onderwerpen als religie, politiek en geweld worden gemeden), gaat het gesprek steeds vaker over literaire kwaliteit. Het is duidelijk dat er ook geïnvesteerd wordt in nationale auteurs en illustratoren en dat er steeds interessantere titels verschijnen, ook voor de westerse markt.
Dat zien we bijvoorbeeld in het fonds van China Welfare Institute Publishing House, dat we de volgende dag bezoeken en waar een aantal prentenboeken de aandacht trekken, omdat onderwerp en beeld vernieuwend zijn. Dit instituut is opgericht ter ondersteuning van vrouwen in de breedste zin van het woord: via zorg in ziekenhuizen, kinderdagverblijven en bejaardenhuizen en via een uitgeverij van boeken voor vrouwen en kinderen. De uitgever heeft de ambitie het moderne leven te verbeelden in series prentenboeken en geïllustreerde fictie.
Die dag bezoeken we ook Shanghai juvenile en children, de oudste gespecialiseerde kinderboekenuitgeverij in China, opgericht in 1959. De begane grond van hun kantoor is ingericht met een tentoonstelling over de geschiedenis van het bedrijf en van papier en boekdrukkunst in het algemeen. Ze geven boeken, strips, tijdschriften en digitale media uit, waarvan de strip San Mao van Zhang Leping het meest succesvol is (Le petit vagabond in het Frans). Het is een Kuifje-achtige serie die al sinds 1959 verschijnt en waarvan nog steeds zo’n 300.000 exemplaren per jaar worden verkocht. Verder veel klassieken en een belangrijke informatieve/populair wetenschappelijke serie. Ongeveer 40% van het fonds is oorspronkelijk Chinees, de rest wordt ingekocht uit de VS en Europa, voornamelijk via agentschappen als Andrew en Bodren. Ze beginnen ook wel rechten te verkopen, met name aan Vietnam, Korea, Hong Kong, Taiwan en een enkele titel aan Frankrijk.
Die middag zijn we uitgenodigd bij de uitreiking van de Chen Bochui International Children’s Literature Award, de belangrijkste kinderboekenprijzen. Sinds 2014 staat de prijs open voor internationale inzendingen en maken ook niet Chinezen deel uit van de jury. Dit jaar waren dat Piet Grobler, Nathalie Beau en Maria Jesus Gil. Opvallend zijn Chris Haughton’s Shh! We Have A Plan, Special Delivery van Philip C. Stead en Matthew Cordell, een Chinese legende La Ballade de Mulan van Chun-Liang Yeh en Franse illustratrice Clemence Pollet. De Deense illustratrice Hanne Bartholin wordt bekroond tot de beste kinderboekenauteur van het jaar. Ze komt met koffer en al het podium op en laat een tiental prentenboeken uit haar jeugd zien die haar geïnspireerd hebben. Het is een grappig contrast met het formele en strak geregisseerde Chinese deel.
Vanaf vrijdag zijn we op de beurs – een mooie grote hal, opgedeeld in twee delen: het ene deel is alleen voor vakgenoten, het andere ook voor publiek. In totaal zijn er zo’n 500 stands en in tegenstelling tot de BIBF in Beijing exposeren hier niet alleen staatsbedrijven, maar ook de particuliere uitgeverijen wat een veel duidelijker beeld geeft van de belangrijkste Chinese kinderboekenuitgevers. Onder de internationale exposanten zijn de gebruikelijke gemeenschappelijke stands van Engeland en Frankrijk en valt vooral de prachtige Nordic-stand op. Ook Clavis is aanwezig, Philippe Werck vertelt dat ze sinds 2013, sinds de eerste editie van deze beurs komen en zeer goede zaken doen. Naast de gebruikelijke beursgesprekken met uitgevers, is er een goed georganiseerd programma van lezingen en gesprekken waar alle fellows ook aan deelnemen.
Ook in deze presentaties en discussies komen de kenmerkende factoren van de Chinese markt aan de orde: het enorme land en de groeiende bevolking. Er is nu een middenklasse van 300 miljoen, naar verwachting zal die binnen 15 jaar tot 500 miljoen zijn uitgegroeid. Er zijn 370 miljoen kinderen onder de 18 en als gevolg van de nieuwe twee-kind-politiek verwacht men dat er de komende jaren 3 miljoen meer baby’s per jaar bij zullen komen.
De grootste boekenmarkten zijn die voor jonge kinderen, met informatieve en educatieve titels en met boeken over omgangsvormen, waarden en normen. Vanaf een jaar of 10 hebben kinderen weinig tijd meer om te lezen: ze gaan 9 uur per dag naar school, en daarnaast meestal ook nog naar een pre-school of een after-school. Het besef dat tijd voor andere vaardigheden ook belangrijk is, schijnt langzaam zijn intrede te doen.
Links
Uitgeverij Shanghai 99 presenteert volgend jaar op de boekenbeurs in Shanghai werk van Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp (Jip & Janneke, Pluk van de Petteflet, Wiplala, Wiplala weer, en Abeltje) en drie eerste boeken uit de Paul Biegel-bibliotheek.