met Peter Bergsma, Adri Boon, Frans Budé, Mensje van Keulen, Elisabeth Lockhorn en Marja Pruis
Letteren &cetera
21 januari 2016
Letteren &cetera is de literaire talkshow van het digitale televisiekanaal NPO Cultura i.s.m. het Nederlands Letterenfonds. Per aflevering staan drie gloednieuwe boeken centraal, drie titels waarin op enigerlei wijze door het fonds is geïnvesteerd. Op donderdag 21 januari gaat Kenneth van Zijl in gesprek met biograaf Elisabeth Lockhorn over Andreas Burnier, schrijvers Mensje van Keulen en Marja Pruis, dichter Frans Budé en literair vertalers Peter Bergsma en Adri Boon.
Publiek is van harte welkom bij de opnames van deze talkshows. De entree is gratis, maar het aantal plaatsen is beperkt. Reserveren is daarom noodzakelijk, meld u aan op www.letterenetcetera.nl.
De eerste talkshow duurt van 17.00 tot 18.30; inloop vanaf 16.30. Kenneth van Zijl interviewt Elisabeth Lockhorn over haar biografie over Andreas Burnier: Metselaar van de wereld (Atlas Contact), dichter Frans Budé over zijn nieuwe bundel Achter het verdwijnpunt (Meulenhoff), en literair vertaler Peter Bergsma over de roman De brug van San Luis Rey van Thornton Wilder (Van Oorschot), één van de negen ‘vergeten klassiekers’ die tijdens de Schwob-winteractie centraal staan.
De Amerikaanse auteur Thornton Wilder ontving, mede dankzij het grote psychologisch inzicht waarmee hij zijn personages neerzet, in 1928 de Pulitzer Prize voor zijn roman De brug van San Luis Rey. Later ontving hij de prijs nog tweemaal voor zijn toneelwerk, een unicum. Wilder maakte ook furore op Broadway, schreef scripts voor Hitchcock, was bevriend met Gertrude Stein en zijn werk werd in vele talen vertaald — toch dreigde het in de vergetelheid te raken. Dankzij vertaler Peter Bergsma, uitgeverij Van Oorschot en de Schwob-winteractie kunnen Nederlandse lezers nu weer genieten van De brug van San Luis Rey. In deze ‘theologische detective’ is de monnik Juniper getuige van een ongeval: een oude Inca-touwbrug stort in en vijf mensen tuimelen in de diepte. Door zich af te vragen door welk godsbesluit juist deze mensen aan hun einde kwamen, stelt hij een vraag van alle tijden: waarom deze mensen, waarom nu, waarom op deze manier?
De poëzie van Frans Budé zoekt al reizend de luwte, creëert intimiteit, en verkent op kenmerkende lyrische wijze grensgebieden tussen stad en land, of van leven en dood. Ook klinkt Budé’s grote liefde voor beeldende kunst door in zijn gedichten en essays. In Achter het verdwijnpunt (Meulenhoff), introduceert hij een nieuwe fascinatie in zijn oeuvre: vermissingen en verdwijningen. Nadrukkelijker dan ooit houdt de dichter zich bezig met eindigheid. Met beheerste precisie spreekt Budé in ‘War -Requiem’ bijvoorbeeld zijn collega’s Apollinaire en Ernest Hemingway toe op het moment dat ze zwaargewond of dodelijk getroffen zijn, niet minzaam, niet troostend, maar in een even onmogelijke als onvoorwaardelijke poging tot herbelevende solidariteit. Achter het verdwijnpunt onderzoekt verlies en dood maar borrelt van vitaliteit en zeggingskracht.
Ruim zeven jaar werkte Elisabeth Lockhorn aan haar biografie over schrijver en criminoloog Andreas Burnier (1931-2002), die in een liberaal-joods gezin in Den Haag werd geboren als Irma Dessaur. Als Joods kind werd zij in de oorlog in zestien verschillende onderduikgezinnen geplaatst. Als transgender avant la lettre worstelde zij met haar identiteit. Als wetenschapper waagde ze het te vloeken in de Kerk der Rede. Haar opvattingen over homoseksualiteit, euthanasie en andere ‘gevoelige’ onderwerpen leidden vaak tot hevige polemieken. Haar debuut Een tevreden lach veroorzaakte in 1965 een literaire sensatie, later volgden indringende romans als De litteraire salon en Het jongensuur. In Metselaar van de wereld (Atlas Contact) geeft Elisabeth Lockhorn een rijk beeld van het gecompliceerde en tegendraadse leven van Andreas Burnier. Zo’n biografie laat zich alleen schrijven op basis van veel research. Hoe vond Lockhorn een convergentiepunt in de veelzijdigheid? En, was ontheemding het Leitmotiv in Burniers werk en leven?
De tweede opname van Letteren &cetera loopt van 19.30 tot 21.00; inloop vanaf 19.00. In deze talkshow hoort u als eerste meer over de nieuwe romans van Mensje van Keulen en Marja Pruis, Schoppenvrouw (Atlas-Contact) en Zachte riten (Prometheus) die beide in februari verschijnen, en introduceert vertaler Adri Boon de Argentijnse auteur César Aira en zijn ‘vergeten klassieker’ Hoe ik een non werd (Meulenhoff).
Vorig jaar ontving Mensje van Keulen de Constantijn Huygens-prijs voor haar hele oeuvre van gedichten, verhalen en romans. De jury prees het ‘buitengewoon technisch meesterschap’ van haar verhalen, waaraan ze steevast een verrassende lading of onverwachte wending weet te geven. In haar nieuwe roman Schoppenvrouw (14 februari, Atlas Contact) ontwikkelt het onverwachte zich tot pure suspense. Voor hoofdpersoon Paula luidde de vriendschap met een nieuwe klasgenote een even onweerstaanbare als schokkende periode in haar leven in. De confrontatie kort daarna met de mysterieuze heler en ziener Dokter Adami, wierp, hoewel ze geen geloof aan zijn sinistere voorspellingen hechtte, een schaduw vooruit. Jaren later ontdekt ze dat haar dochter een misdaad heeft begaan. Worden Adami’s onheilspellende woorden alsnog bewaarheid? En hoe houdt Paula zich staande in haar onvoorspelbare, kwetsbare bestaan?
Als schrijver weet Marja Pruis fictie en non-fictie, een queeste en essayistiek tot een geheel eigen genre te verheffen waarin lezen en schrijven, liefde en verraad de hoofdrollen spelen. Zo debuteerde ze in 1999 met De Nijhoffs of de gevolgen van een huwelijk, daarna volgden de romans Bloem, De vertrouweling, en Atoomgeheimen. De essaybundel Kus me, straf me werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en bekroond met de Jan Hanlo Essayprijs. Dat maakt nieuwsgierig naar de vorm van haar volgende boek. Op 21 februari publiceert Prometheus Zachte riten, aangekondigd als roman. Hierin onderzoekt Marja Pruis de onverwachte patronen die liefde en rouw in onze levens weven. Kun je een ander redden, behoeden voor de val?
In de ‘autobiografische’ roman Hoe ik een non werd verzint de Argentijnse auteur César Aira (1949) alle stadia van zijn jeugd in een provinciestadje: van het eerste ijsje tot school, lezen, spelletjes en vriendschappen. De ongelukkige gebeurtenissen uit Aira’s jeugd veranderen langzaam in iets anders: de anekdotes worden avonturen, avonturen worden fabels en fabels worden legendes. César Aira begeeft zich op het vlak tussen feit en fictie, herinneringen en vergetelheid, realiteit en fabel. Met zijn subtiele en melancholische gevoel voor humor reflecteert Aira op zijn mislukkingen, over de betekenis van het leven en het belang van de literatuur. Vertaler Adri Boon volgt César Aira, een van de origineelste en meest productieve schrijvers van Latijns-Amerika, al ruim tien jaar en introduceert met Hoe ik een non werd (Meulenhoff) een van zijn beste verhalen. Vanaf 12 januari ligt de novelle in de boekhandel als Schwob-titel.
Reserveren
Publiek is van harte welkom bij (een van) beide programma’s. Gezien het beperkte aantal plaatsen dient u wel te reserveren. De entree is gratis.
De literaire talkshow wordt opgenomen in de bibliotheek van het Nederlands Letterenfonds aan de Nieuwe Prinsengracht 89 te Amsterdam. De besproken boeken worden (voor zover verschenen) ter plekke verkocht door Athenaeum boekhandel, desgewenst kunt u de boeken laten signeren. U kunt de boeken alleen met pin betalen.
Alle uitzendingen van Letteren &cetera zijn te bekijken via de website van NPO Cultura.