Midden in de nacht komen bij de 27-jarige Roxy twee agenten aan de deur die haar vertellen dat haar man, een succesvolle tv-producent, is omgekomen in zijn auto. Samen met zijn minnares is hij verongelukt, beiden werden naakt in de auto aangetroffen. Roxy die op haar zeventiende uit het ouderlijk huis van haar lompe vader en drinkende moeder in de armen van haar man vluchtte, weet dat het leven nu serieus is geworden. “Ze heeft altijd geweten dat ze iets heeft overgeslagen, een binnenweg heeft genomen naar volwassenheid”. Het opvoeden van haar dochtertje Louise is niet langer een spel. Ze moet opeens omgaan met de mensen die haar huis binnenkomen: Jane, de assistente van haar man, en Feike, de oppas van haar dochter. Erger nog, ze moet het vreselijk ingewikkelde espressomachine bedienen.

Roxy ziet de zaken scherp maar weet zich geen houding te geven, ook niet ten opzichte van haar ouders voor wie ze zich schaamt. Seks met de begrafenisondernemer biedt maar kort soelaas. Daarom besluit ze op vakantie te gaan met haar dochter, de oppas en de assistente. Wat volgt is een road novel waarin Roxy vriendinnen probeert te worden met Feike en Jane, maar hun gezelschap net zo gemakkelijk inruilt voor seks met jonge mannen. Op wrange maar ook geestige wijze maakt de vakantie duidelijk dat Roxy zich niet goed weet te verhouden tot anderen. Op een nacht wordt het isolement en frustratie haar te veel. Ze wil zich wreken, niet op mensen die ‘dood, dronken, weg of onschuldig’ zijn. Roxy zoekt een geschikte vijand en vindt die in een kudde schapen.

Esther Gerritsen schreef een roman over een verwarde vrouw die een gruwelijke daad begaat. Zij doet dit op zo’n meesterlijke manier dat de lezer begrip kan opbrengen voor deze antiheldin.