Michel van Eeten
Tegennatuur
het begrip natuur wordt op zijn kop gezet
Debutant Michel van Eeten heeft een geweldig talent om de dingen van een andere kant te bekijken. Soms gebeurt dat uit een soort verbazing, soms vanuit een aan Houellebecq verwant cynisme. Dan krijg je zinnen als: ‘Sommige mensen ontleenden een aanstekelijke levenslust aan het onrecht en onheil dat anderen teisterde. Dat heette dan engagement.’ In de hele roman wordt het begrip natuur op zijn kop gezet. Een deconstructie waarna er weinig meer van over blijft.
Hoofdpersoon Grad Vaessen is een jonge Nederlandse wetenschapper die in Berkeley, Californië verblijft om samen met een Amerikaanse professor, Leslie Breitbart, onderzoek te doen naar natuurbeschermingsprojecten. In Californië wordt gepoogd de natuur te beschermen maar ook de landbouw en de stedelingen te dienen. Voor Grad wordt steeds duidelijker dat én beschermde vissensoorten beschermen én zorgen dat waterkrachtcentrales voldoende water hebben én zorgen dat de stad genoeg drinkwater krijgt, een onmogelijke opgave is. Iedereen die zich daarmee bezig houdt, weet dat. Grad en Leslie maken kennis met een soort NASA-vluchtcentrum waar de hoeveelheid water wordt verdeeld, met projecten waarin vissen per boot worden vervoerd, en dijken die pas mogen worden onderhouden, als ze niet tot de natuur behoren. ‘De consequenties van de strenge natuurbeschermingswetten is dat we de natuur naar het domein van de ingenieurs duwen’, zegt Grad. En zo wordt langzaam het hele begrip natuur omgedraaid. Wat is natuur eigenlijk? ‘We kijken naar de verkeerde natuur’ zegt Leslie op een gegeven moment als hij zijn blik richt op het agrarische gebied. In het tweede deel waarin Grad en Leslie ook de Everglades in Florida onderzoeken, zegt een van hun respondenten dat ook de verstedelijking en de suikerrietteelt bij het natuurgebied moeten worden betrokken. Natuur incorporeert zo ook menselijke activiteiten. Tegennatuur wordt natuur. Natuur wordt tegennatuur.
Dit is het zeer interessante intellectuele debat waar de roman over gaat. Tegelijkertijd wordt op een ander niveau de ‘natuur’ van Grad gedeconstrueerd. Hij komt binnen als hetero, met in Nederland een leuke maatschappelijk bewuste vriendin, maar Leslie, een (getrouwde) homo, daagt hem uit. Grad gaat gedachten ontwikkelen als: ‘dit soort dingen kon je niet al te dogmatisch benaderen. (…) Een mond is een mond.’ Zo belandt Grad dan toch een keer in bed bij Leslie. Grad krijgt verwijten over een gebrek aan eigenheid, alsof hij een vlek is die door iedereen anders wordt ingevuld. Grad keert in onthutste staat huiswaarts en ziet zichzelf als een wetenschapper die zijn apparatuur opnieuw moet kalibreren.
Zo heeft de roman een tamelijk nihilistisch einde waardoor Van Eeten goed past bij auteurs als Arnon Grunberg en Michel Houellebecq. Maar hij heeft ook een heel eigen pregnante stijl vol verrassende beelden en vergelijkingen. Daardoor vermaakt hij ook zeer, zeker in de schets van Leslie en zijn vrouw als prototypes van de neurotische intellectuele Amerikanen, omringd door een legertje therapeuten.