Boek

Jan Siebelink

Suezkade

Zwarte romantiek

Zoals Jan Siebelink in de bestseller Knielen op een bed violen opnieuw terugkeerde naar zijn streng gelovige jeugd in een dorpje aan de oever van de rivier de IJssel, zo keert hij in zijn nieuwe, kloeke roman Suezkade ook terug op vertrouwd terrein. In het verhaal van Marc Cordelius, de jonge docent Frans op het Descartes College in Den Haag, valt veel te herkennen van zijn verhalen – zoals in de bundel Laatste schooldag – en romans die zich af spelen op een middelbare school. Verwonderlijk is dat niet, voor wie de biografie van de schrijver kent: Siebelink was zelf vijfentwintig jaar lang leraar Frans op het Marnix College in Ede.

Toch is Suezkade geen roman die zijn kracht moet ontlenen aan de herkenbare, autobiografische elementen. Integendeel, het verhaal van Marc Cordelius maakt zoveel indruk door de licht surrealistische, ijle, haast ongrijpbare sfeer. In de tekening van die sfeer heeft Siebelink zich ongetwijfeld laten inspireren door de Franse auteurs uit het fin de siècle en het begin van de twintigste eeuw. Dit boek is bij alles het bewijs van zijn voorliefde voor decadente dichters en schrijvers als Mallarmé en Huysmans en het venijnige roddeldagboek van de gebroeders De Goncourt.

Net als het werk van Siebelinks bewonderde voorgangers heeft Suezkade van meet af aan iets onpeilbaar duisters. Marc Cordelius hoeft eigenlijk niet meer te werken. Hij is rijk geworden door de erfenis van zijn grootmoeder. Na haar dood en de mysterieuze verdwijning van zijn moeder is hij in feite alleen op de wereld. Marc meldt zich aan bij het Descartes uit liefde voor de Franse taal en literatuur en voor het leraarschap. Hij heeft de stille hoop dat zijn baan als docent zijn leven diepgang en waarde zal kunnen geven en hem in contact zal brengen met gelijkgestemden.

Die hoop blijkt ijdel. Vanaf de eerste pagina van Suezkade begint het hooggestemde beeld van de school al barsten te vertonen. De docenten krijgen geen grip op de onthechte Marc. Zijn collega’s, die elk ruim en boosaardig worden getypeerd, voelen zich bedreigd door deze jonge, gevoelige dandy in zijn mooie pakken. Zij kunnen niet accepteren dat hij als enige een eigen lokaal inricht in een veraf gelegen, verlaten deel van de school en louter werkt en leeft volgens zijn eigen wetten. De grootste steen des aanstoots voor zijn mededocenten is Marcs openlijke liefde voor de briljante Marokkaanse scholiere Najoua.

Marc Cordelius verkeert, naarmate het verhaal vordert, in een steeds eenzamer positie. Zijn collega’s draaien zich van hem af, uit angst of afkeer. Hij ontvangt dreigbriefjes in zijn postvak, wordt verraden door de rector en stort zich uitzinnig van drift en woede in een vechtpartij met de benepen, kleinburgerlijke leraar natuurkunde. Intussen gaat het ook met Najoua steeds slechter. Zij raakt in de greep van anorexia, en Marc ziet haar steeds verder afglijden.

Het fascinerende van Suezkade is nu dat de neergang van Marc niet alleen maar tragisch is, maar ook mooi. De zwarte romantiek van zijn overwegingen, zijn verboden liefde voor de steeds magerder Najoua en zijn terugtocht naar de eenzaamheid hebben een tintelende aantrekkingskracht. Marc beseft dat ook zelf. Hij wentelt zich in het onrecht, gaat recht op zijn eigen einde af, als een Messias die weet dat hij gekruisigd gaat worden – en sleept in zijn teloorgang de lezer tot de laatste bladzijde mee.

Vertalingen

Jan Siebelink

Jan Siebelink (1942) is een van de meest succesvolle schrijvers uit de Nederlandse literatuur. Hij wist van meet af aan trouwe lezers aan zich te binden, maar vond in 2004, in de herfst van zijn carrière, de weg naar het grote publiek na het overrompelende succes van zijn roman Knielen op een bed

lees meer

Details

Suezkade (2008). Fictie, 382 pagina's.

Fragmentvertaling

English (PDF document)

Uitgeverij

De Bezige Bij

Van Miereveldstraat 1
NL - 1071 DW Amsterdam
Netherlands
Tel: +31 20 305 98 10
Fax: +31 20 305 98 24

E-mail:
[email protected]
Website:
http://www.debezigebij.nl

lees meer