Op het hoogtepunt van zijn carriere wordt pastoor Peters door de aartsbisschop naar het dorp gestuurd om de situatie te onderzoeken. Is er inderdaad sprake van een wonder of juist van oplichterij? Tegenover zich krijgt hij de heidense, vooruitstrevende dokter Wessels die alles op voorhand afdoet als hysterie. Peters is een estheet die zich thuisvoelt in de stad van Rome: hij is liefhebber van kunst en literatuur, waarbij hij ook boeken die op de index staan niet schuwt – ‘niets zo aangenaam als een scherp geformuleerde dwaling’.

Hij is een kind van de negentiende eeuw – de eeuw van Darwin, de eeuw waarin God dood is verklaard, niet alleen door Nietzsche maar door ook veel wetenschappers, en er wordt voor het eerst onderzoek gedaan naar de vermeende historiciteit van de Bijbel. Peters beseft dat het geloof voor de menigte die zich rond Lidia heeft verzameld niets anders is dan een strohalm voor uitzichlozen, toch is hij onder de indruk van het lijden van Lidia.

Terwijl hij probeert de zaak op te lossen raakt hij steeds verder in de problemen. Dorpsarts Wessels wil Lidia een operatie laten ondergaan, de huishoudster van de pastoor wordt steeds bemoeizuchtiger en de dorpsidioot is misschien zijn enige bondgenoot in de vijandige dorpsgemeenschap. Wanneer die zich vergrijpt aan Lidia wordt er op een afschuwelijke manier wraak op hem genomen, maar eigenlijk lijkt het een wraakneming van de gemeenschap op Peters zelf.

Delpeut weet op natuurlijke wijze de sfeer op te roepen van een periode die, hoewel nog recent in het verleden, soms middeleeuws aandoet. Aan het slot van het boek kraait een haan voor de derde keer, en de pastoor weet dat hij uiteindelijk een nederlaag zal lijden. *Het laatste seizoen *is een sfeervolle, spannende roman over een tijd die dichterbij in het verleden ligt dan we zelf geneigd zijn te denken.