Ararat is een boek over geloven en weten, religie en wetenschap. Frank Westerman gaat erin terug naar het streng christelijke Drenthe van zijn jeugd om uit te vinden ‘hoe de godsdienstigheid uit mijn leven was weggesijpeld’. Het bijbelse verhaal over de zondvloed (dat overigens in meerdere religies voorkomt) speelde al vroeg in zijn leven een belangrijke rol. Later wordt de ‘heilige’ berg Ararat, waar volgens de legende de ark van Noach zou zijn gestrand, voor Westerman het symbool van het geloof, en door hem te bedwingen wil hij erachter komen of hij zich van de erfenis van zijn jeugd kan (en wil) losmaken.
Westerman spreekt met specialisten die hem meer over de mysterieuze berg kunnen vertellen - geologen, vulkanologen -, maar ook met arkzoekers die uit de hele wereld op de Ararat afkomen. Onderweg komt hij eveneens in aanraking met de ‘Armeense kwestie’ en de eeuwenlange strijd in een gebied dat altijd op de grens van meerdere culturen heeft gelegen.
Westerman weet zijn persoonlijke vragen op knappe wijze te verweven met godsdienstgeschiedenis, politieke conflicten en de verhalen van de wetenschap. Hoewel hij de top van de Ararat uiteindelijk niet haalt, begrijpt hij tijdens zijn ‘pelgrimage van een ongelovige’ dat er iets onkenbaars is, dingen waarop verklaringen afketsen, en waar religie een rol kan spelen.