Deze novelle is een korte thriller over terrorisme, al heeft het daar niet meteen de schijn van. Het verhaal begint als een lichtvoetige parodie op de diplomatieke dienst. De Nederlandse ambassade in Lima wordt bevolkt door wezenloze neuzelaars. Tweede man in Peru heet Jean Baptiste Warnke, een uitermate gelukkig getrouwd man die na zoveel jaar huwelijk nog altijd verliefd is op zijn vrouw en zielsveel houdt van zijn beide dochtertjes. Warnke leidt een rimpelloos leven, vrij van zorgen - hij is een kreukloze jaknikker, een man zonder eigenschappen. De vraag of de minister die op bezoek komt wel van barbecue houdt, is voor hem belangrijker dan de dood onder verdachte omstandigheden van een Nederlander in een Peruaanse gevangenis.

Trefzeker, venijnig en uitermate geestig schetst Grunberg de diplomatieke dienst als een verzameling van zelfzuchtige leeghoofden. Toch is de parodie allerminst vrijblijvend. Wanneer Warnke hopeloos verliefd wordt op Malena, raakt hij de werkelijkheid volledig uit het oog en laat zich misbruiken. Geleidelijk intensiveert Grunberg het verhaal tot een thriller, inclusief een verassende en hoogst dramatische ontknoping die dicht bij de actualiteit staat.