P.F. Thomése
Izak
De magische binnenwereld van een jonge held
Afgaand op de naam van het titelpersonage lijkt Izak een pendant te vormen van Thomése’s succesvolle, vorige boek Schaduwkind (2003). In dit boek vertelde hij het aangrijpende verhaal van zijn dochtertje Iza, dat kort na haar geboorte overleed. In Izak schrijft Thomése in een korte toelichting dat Izak ‘is geschreven uit hetzelfde verlangen mij te verliezen, te verdwalen in een ondoordringbaar woud en zo het leven terug te vinden.’ Uiteraard is* Izak *een heel ander boek geworden – en wel een sprookje, verteld door een klein jongetje. De gebeurtenissen spelen zich af tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië – het huidige Indonesië dat tot 1949 een kolonie van Nederland was.
Klein als hij is heeft de Ambonese Izak contact met een Nederlandse dame die hem heeft beloofd piano te leren spelen. In haar salon waar zij regelmatig muzikale soirees geeft, heeft zij een piano. Wanneer zij door de Japanners in een interneringskamp wordt opgesloten, geeft ze Izak de sleutel van haar huis. Als hij ontdekt dat de piano is gestolen, gaat hij naar het instrument op zoek – een zwerftocht vol vreemde, fantastische, soms angstaanjagende gebeurtenissen. Zo trekt hij op met een groep muzikanten die op weg is naar een bruiloft. Bij aankomst blijkt echter het hele dorp te zijn uitgemoord – waarom en door wie blijft onduidelijk. Daarna komt hij prins Said Printah en diens prachtige dochter Nesrine tegen, wat aanleiding is voor weer een hele nieuwe reeks vreemde verwikkelingen.
In Izak zijn het net als in Schaduwkind, niet louter de gebeurtenissen die de hoofdrol voor zich opeisen, maar is het de taal, die Thomése in het verlengde van het thema met muzikale virtuositeit hanteert. Nu leent het Maleis, waarvan Thomése zich vaak bedient, zich daar ook bijzonder goed voor. Net als de mengtaal, die de nakomelingen uit de huwelijken van Nederlanders en Indonesiërs spraken – met zijn vele klanknabootsingen, tussenwerpsels en allerlei mengvormen. Thomése creëert met gebruikmaking van al deze linguïstische invloeden een uitermate muzikale, beeldende taal, die zonder meer poëtisch is.