Daan Hollander is leraar geschiedenis aan het DataCare College in Amsterdam, dat zijn idiote naam te danken heeft aan de gulle gaven van hoofdsponsor Jimmy Pretzel die, behalve dat hij een vroeger vriendje van Daan is, het helemaal gemaakt heeft in de IT-branche. In eerste instantie lijkt Daan nogal een meeloper en een slapjanus, die zich graag tussen de lessen door suf blowt, maar zijn hartstocht voor Hajar blijkt dieper dan hij zelf voor mogelijk hield. Naarmate het verhaal vordert, legt Daan zijn ambivalente houding af en stelt alles in het werk om Hajar voor zich te winnen.

Anker trapt met zijn roman de actualiteit boven op de staart, maar doet dat met een knipoog. Deels schrijft hij een psychologisch-realistische roman over een leraar op een middelbare school, die in de ban raakt van een onmogelijke liefde voor een zeventienjarige Marokkaanse leerlinge. Dit verhaal geeft hem de gelegenheid op een ironische manier een inkijkje te bieden in zowel onderwijsland als in de kunstenaarsscene waarin Daan zich dankzij zijn oude vrienden bevindt. Tegelijkertijd, zie openingszin, speelt Anker een soort postmodern spel, met een alwetende vertellende instantie die Daan in al zijn goedbedoelendheid beziet. Ook bewandelt hij met wellustig vertelplezier allerlei zijpaden om eigenaardigheden van de moderne tijdsgeest aan de orde te laten komen. Met Hajar en Daan schreef Anker al met al een meeslepend liefdesverhaal en een keihard portret van deze tijd.